2. Het bouwplan leidt tot ongewenste precedentwerking In eerste instantie is ervan uit gegaan dat de constructie waaraan het reclamebord hangt niet meegerekend hoeft te worden bij het bepalen van de hoogte van de reclamemast. Artikel van 2 sub a van het bestemmingsplan geeft aan dat ondergeschikte bouwdelen van een bouwwerk zo als een antenne of een schoorsteen niet mee worden genomen bij de bepaling van de hoogte van het bouwwerk. De 'spriet' die boven het reclamebord uitsteekt is in eerste instantie beschouwd als ondergeschikt aan het totale bouwwerk en derhalve niet meegerekend. Op die manier kom je op een hoogte van 15 meter. Naar aanleiding van het advies van de commissie van beroep- en bezwaarschriften is het stand- ount qewijzigd. De spriet boven het reclamebord moet als essentieel onderdeel van het bouw werk worden beschouwd. Het vormt de constructie waaraan het reclamebord is bevestigd. Het kan om die reden niet los worden gezien van het reclamebord. De totale hoogte van de reclame mast komt daarmee op 31 meter. Dit is hoger dan de in het bestemmingsplan toegestane hoogte van 15 meter. Het toestaan van deze reclamemast zal precedentwerking tot gevolg hebben. 3 Het bouwplan is stedenbouwkundig onacceptabel De bedrijven die in de strook langs de A32 zijn gesitueerd, vormen het visitekaartje van het be drijventerrein. Het zijn hoogwaardige, kennisintensieve productie- en dienstverlenende bedrijven. Vanweqe de zichtlocatie worden er extra eisen gesteld aan de presentatie aan de zijde van e snelweq. De representatieve onderdelen van de bedrijven dienen naar die zijde georienteerd e ziin. Voor de presentatie is ook de inrichting van het terrein van belang. De terreininrichting dien het representatieve karakter te ondersteunen. De overige bebouwing, zoals een reclamemast, dient te harmoniëren met het representatieve deel. Daarom is aan de hoogte van reclamemasten een maximale hoogtemaat van 15 meter gesteld. Bij een grotere hoogte van reclamemasten springen de masten teveel in het zicht en is het beeld niet meer harmonieus. Dit gaat ten koste van de hoogwaardige uitstraling. 4. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is in het geding Tijdens de behandeling van de bezwaarschriften is gebleken dat de grond niet in eigendom van de aanvraqer Y&M Lichtreclame is, maar in eigendom van een van de cliënten van mevrouw R.C.M. Kamstra van Boonstra Redemakers advocaten. Deze cliënt heeft aangegeven niet in te kunnen stemmen met de bouw van een reclamemast op zijn of haar perceel. Daarmee is het pro ject maatschappelijk niet uitvoerbaar. Kanttekeningen: Niet van toepassing Er is overleg gevoerd met: Bouw- en woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening Financiën: Niet van toepassing Uitvoering: Niet van toepassing Aarwmqe^wordt middels een brief (beschikking) op de hoogte gesteld van het besluit. Op grond van de Awb is het mogelijk om binnen zes weken na bekendmaking van het besluit een gemoti veerd beroepschrift in te dienen. Pagina 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2003 | | pagina 29