Pagina 2
artikel 1.1. onder j. omschrijving begrip vee.
Opgemerkt is dat er ook andere beesten zijn dan die welke genoemd zijn onder bijlage A.
Reactie: in dezen is het model van de VNG overgenomen, dat ervoor gekozen heeft aansluiting te
zoeken bij de bijlage A. Overigens geeft het wetboek van Strafrecht onder artikel 458 een straf
baarstelling voor gerechtigden, die niet uitvliegend pluimveegedierte, zonder daartoe gerechtigd
te zijn, laten lopen in tuinen of andere gronden, die bezaaid, bepoot of beplant zijn.
Kennelijk is uit de gemeentelijke praktijk gebleken dat het artikel (2.4.22 in combinatie met de
begripsbepaling van vee (1.1. j) voldoende voorziet in hetgeen de gemeenten willen beschermen
(hoofdstuk Maatregelen tegen overlast enz.)
Geadviseerd wordt het model te volgen.
artikel 2.1.6.3 hinderlijke beplanting enz.
Opgemerkt is dat hier ook de distelverordening zou moeten worden genoemd.
Reactie: deze bepaling is opgenomen in het belang van de veiligheid op de weg. De distelveror
dening ziet toe op een ander belang dan de verkeersveiligheid, n.l. overlast voor de gebruikers op
naastliggende gronden. Dit belang wordt gerekend tot het provinciale domein, te weten regelge
ving met betrekking tot het buitengebied. Het is de gemeente dan niet toegestaan dit belang over
te nemen en in een eigen verordening te verwerken.
Geadviseerd wordt het model te volgen.
2.3.1.1. tegen betaling aanbieden van slaapgelegenheid.
Vraag: vallen "bêd en brochje" gelegenheden hier ook onder? Kan dit duidelijker worden aange
geven.
Reactie: Het genoemde artikel heeft betrekking op voor publiek toegankelijke, besloten ruimten
waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was
Bêd en Brochje kenmerkt zich door kleinschaligheid, doorgaans binnen of direct gebonden aan de
huiselijke sfeer en wordt niet aangemerkt als bedrijfsmatig. Er kan zich een situatie voordoen
waarbij de omvang van het aanbod zodanig is dat het aan die omschrijving en beleving niet meer
voldoet.
In de gemeentelijke bouwverordening wordt de grens gelegd bij minder dan 5 slaapplaatsen.
Daarboven wordt gesproken van logies en is een gebruiksvergunning noodzakelijk.
Geadviseerd wordt het criterium uit de bouwverordening te volgen.
Voorgesteld wordt lid 1 van artikel 2.3.1.1. aan te vullen met de zinsnede: Onder horecabedrijf
wordt niet verstaan de gelegenheid waarbij voor minder dan 5 slaapplaatsen logies wordt ver
strekt.
2.3.1.4. sluitingstijden
De vraag is gesteld of het artikel zo moet worden uitgelegd dat tussen genoemde tijdstippen
mensen niet mogen verblijven, ook waar het slaapgelegenheden betreft.
Reactie: De bepaling lijkt de ruimte voor die interpretatie toe te laten. Om dit uit te sluiten kan ar
tikel 2.3.1.6. worden aangevuld met een lid 2:
Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor (die gedeelten van) horecabedrijven waarin nacht
verblijf wordt verschaft.
2/3
06.a. APV-reactie op raadsvragen/2