In 2005 is geconstateerd dat in afwijking van bovenstaande steigers zijn aangelegd in een andere indeling dan vergund. De aangelegde steenbestorting is niet gewijzigd. De indeling van de stei gers die nu gemaakt is, geeft aan de noordkant meer kans op natuurlijke aangroei van riet. De oorspronkelijke tekeningen dd 5-2-02 (bij het besluit van 5-9-03) zijn vergeleken met de nu ingediende tekeningen. Aangezien het verschil aanzienlijk is, kan geen gebruik gemaakt worden van de in 2003 verleende vrijstelling en moet opnieuw een procedure doorlopen worden. Argumenten: 1.1 Ruimtelijk geen bezwaar De jachthaven is goed ingepast in de omgeving. De haven sluit namelijk aan bij de bestaande jachthaven. Ter plaatse was reeds een soort inham aanwezig, waarin de haven is gesitueerd. De haven is alleen vanaf het land bereikbaar via de bestaande jachthaven. Dit betekent dat alleen gasten de haven kunnen bereiken. Vanaf het land is de haven niet zichtbaar doordat het omgeven is door struiken en bos. Vanaf het water (Prinses Margrietkanaal) is de haven afgeschermd met steenbestorting (strekdam). 1.2 Geen bezwaren met betrekking tot archeologie Voor zowel de Steentijd als de Middeleeuwen geldt dat er onderzoek nodig is bij ingrepen 5000 m2. Er is een strook drijvend riet/grond afgegraven, deze oppervlakte blijft echter ruim onder de 5000 m2. 1.3 Geen bezwaren met betrekking tot ecologie Het ecologisch onderzoek (Koeman en Bijkerk B.V. 15-4-2003) stelt dat het plangebied aange merkt kan worden als een gebied van lage natuurwaarde. Ondanks de mogelijke aanwezigheid van enkele beschermde soorten nabij het plangebied lijkt de ingreep geen bedreigende gevolgen te hebben. De grootste kans op verstoring lijkt aanwezig te zijn gedurende de werkzaamheden bij de aanleg van steigers. De aanleg van de strekdam lijkt een positief effect te kunnen hebben op de natuurwaarde van het gebied, het zal de sterke afkalving van de oevers verminderen. Het plangebied is nu iets ruimer geworden dan in het oorspronkelijke plan. Maar gezien de lage natuurwaarden en de reeds uitgevoerde werkzaamheden, is een nieuw ecologisch onderzoek niet zinvol. 2.1 Versnellen van de procedure Indien de bevoegdheid voor de rest van de procedure gedelegeerd wordt aan het college, loopt de procedure geen vertraging op en wordt de doorlooptijd verkort. Kanttekeningen: Niet van toepassing Er is overleg gevoerd met: Ruimtelijke Ordening Bouw- en Woningtoezicht Financiën: Niet van toepassing Uitvoering: Niet van toepassing Pagina 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2005 | | pagina 40