Pagina 2 Argumenten: 1.1 de omwonende blijft bij zijn bezwaar. Nogmaals is gesproken met de direct omwonende om te zoeken naar een oplossing voor het bezwaar tegen een brugverhoging op de huidige locatie. Het bezwaar is met name gericht tegen uitzicht belemmering vanuit de woning en de vermeende gevaarlijke situa tie die zal ontstaan vanuit de uitrit. Verschillende oplossingen als technische aanpassin gen van het voorliggende ontwerp, brugverplaatsing in zuidelijke richting tot aan aankoop van de woning zijn besproken. Dit heeft niet geresulteerd in het wegnemen van het be zwaar. Aangegeven is dat medewerking aan de brugverhoging slechts wordt gegeven door verplaatsing van de brug in oostelijke richting. Verwacht mag worden mag worden dat dit standpunt door PB - Eagum wordt gedeeld. 1.2 er is onvoldoende uitstel van de uitvoeringstermijn mogelijk. In de op 22 december 2004 afgegeven beschikking voor de subsidiebijdragen is als voorwaarde gesteld dat het project uiterlijk 1 februari 2006 gereed dient te zijn. Geble ken is dat bij de POP - subsidie uitstel van de uitvoeringstermijn mogelijk is tot uiterlijk 1 mei 2006. Dit is een harde einddatum. Rekening houdend met het besluitvormingstra ject, de voorbereiding, bestemmingsplanprocedure voor een brugverplaatsing, aanbeste ding en bouwtijd kan het project niet voor 1 mei 2006 gerealiseerd worden. Voor de SGB - bijdrage geldt dat het project uiterlijk 2 jaar na afgifte van de beschikking gereali seerd dient te zijn. Met maximale inspanning en soepel verloop van de processen is bin nen deze termijn realisatie van de sloepenroute nog net mogelijk. 1.3 er zijn aanvullende middelen nodig. Realisatie van de sloepenroute na 1 mei 2005 heeft tot gevolg dat de POP - bijdrage in het project komt te vervallen. Daarmee vervalt een stuk dekking. Uitvoering van het pro ject met slechts de SGB - bijdrage vraagt van beide gemeenten aanvullende middelen, extra investeringen. Bovendien komen de meerkosten voor een brugverplaatsing bij Ea gum, als projectverantwoordelijke, voor rekening van de gemeente Boarnsterhim. De gemeentelijke begroting biedt hiervoor onvoldoende ruimte en mogelijkheden. 2.1 er ligt een raadsopdracht. Op 15 maart 2005, onder nr. 10, heeft de raad besloten in te stemmen met realisatie van een vaarroute tussen Leeuwarden en Grou. Geconcludeerd wordt dat niet voldaan kan worden aan de gestelde financiële- en uitvoeringskaders en daarmee het project als onuitvoerbaar wordt beoordeeld. Derhalve dient het raadsbesluit te worden ingetrokken. Kanttekeningen: 1.1 de gemeente Leeuwarden is bereid zich in te spannen voor een extra bijdrage. Op 28 september 2005 heeft er bestuurlijk overleg plaatsgevonden met Wethouder Waanders van de gemeente Leeuwarden. In het overleg is geconcludeerd dat het project slechts realiseerbaar is indien beide gemeenten extra bijdragen. Mevr. Waanders heeft uitgesproken dat de gemeente Leeuwarden hiertoe mogelijkheden ziet en zich in te willen spannen het project alsnog realiseerbaar te krijgen. 1.2 de brug dient wel vervangen te worden. De huidige brug bevindt zich in zeer slechte staat, en dient op zeer korte termijn vervan gen te worden door een nieuwe brug dan wel een duiker. De gemeentelijke bijdrage in het totale project was hiervoor oorspronkelijk ook voor bedoeld. 13. sloepenroute Leeuwarden - Grou (vervolg) (pbjb505)/nwjb/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2005 | | pagina 37