3. De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een
voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of
niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient
voor het vaststellen van de notulen bij de griffier te worden ingediend.
4. De notulen moeten inhouden:
a. de namen van de voorzitter, de griffier, de secretaris, de wethouders en de ter verga
dering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen
die het woord gevoerd hebben;
b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de
aanwezigen die het woord voerden;
d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke
stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening
van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemminq
hebben onthouden;
e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen en burgerinitiatiefvoor
stellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;
f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan
wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de raad is toegestaan deel te
nemen aan de beraadslagingen.
5. De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier.
6. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Ingekomen stukken.
Artikel 18.
1Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de
raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de raad toegezonden
en ter inzage gelegd.
2. Na de vaststelling van de notulen stelt de raad op voorstel van de voorzitter de wijze van
afdoening van de ingekomen stukken vast.
Spreekregels.
Artikel 19.
1De leden van de raad en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de spreek
plaats en richten zich tot de voorzitter.
2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de leden van de raad en de overi
ge aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.
Pagina 8
10 Bijlage R v Orde vergaderingen gemeenteraad 2002/8