2. leder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid
is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).
3. Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden
schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het
eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan
worden volstaan.
4. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub) amendement is mogelijk, totdat de besluitvor
ming door de raad heeft plaatsgevonden.
Moties.
Artikel 34.
1leder lid van de raad kan ter vergadering een motie indienen.
2. Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter
worden ingediend.
3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met
de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.
4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt
plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.
Voorstellen van orde.
Artikel 35.
1De voorzitter en ieder lid van de raad kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel
van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
3. Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.
Initiatiefvoorstel.
Artikel 36.
1Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de
voorzitter worden ingediend.
2. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de
schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op
de agenda van de daarop volgende vergadering geplaatst.
Pagina 14
10 Bijlage R v Orde vergaderingen gemeenteraad 2002/14