Pagina 18
HOOFDSTUK 6.
LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES.
Verslag, verantwoording.
Artikel 41
4.
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeen
teraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van
een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke
regehngen heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen
stukken öf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het alge
meen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit ver
slag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
leder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen
stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 37, zijn van
overeenkomstige toepassing.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording
wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toe
staan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 38, zijn van
overeenkomstige toepassing.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin
de raad één van zijn leden heeft benoemd.
HOOFDSTUK 7.
BESLOTEN VERGADERING.
Algemeen.
Artikel 42.
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepas
sing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.