e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak
niet kan worden afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoorde
lijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Inspraakgerechtigden.
Artikel 3.
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Inspraakprocedure.
Artikel 4.
1Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toe
passing.
2. Het bestuursorgaan kan voor één of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure
vaststellen.
Eindverslag.
Artikel 5.
1Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
2. Het eindverslag bevat in elk geval:
a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar
voren zijn gebracht;
c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op
welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Intrekking oude verordening.
Artikel 6.
De Inspraakverordening van 18 januari 1994 wordt hierbij ingetrokken.
Pagina 2
11 Bijlage Inspraakverordening 2006/2