Pagina 3
1De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.
2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.
voorzitter is belast met:
het leiden van de vergadering;
het handhaven van de orde;
het doen naleven van deze verordening;
hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
3.
De
a.
b.
c.
d.
Zittingsduur en vacatures.
Artikel 6.
1' a^ZhrtnAin5eri0de^an-e®n lid' de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval
aan het einde van de zittingsperiode van de raad.
2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zii niet
meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen. c°m™ss,e "^en zij niet
3' no6emdd °P V°°rStel Va° de fr8Ctie °P wiens vo°^racht het lid is be-
4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.
5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslaa nemen 7ii Hnon
daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maanï na öTsoM telMke
mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd. schriftelijke
6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mooeliik
over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.
7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet lan
ger vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht
van die fractie is benoemd, van rechtswege. P voordracht
Griffier en commissiegriffier.
Artikel 7.
1le daraandere raadSC0mmis5i8 ambtenaar als commissiegriffiar.
2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.
07Verordening op de raadscommissies 2006/ablh/3