Pagina 7
3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De
raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten,
indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden
aanwezig is.
Spreekrecht burgers.
Artikel 17.
1Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende
maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.
2. Het woord kan niet gevoerd worden over:
a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of
heeft opengestaan;
b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene'wet bestuursrecht
kan of kon worden ingediend.
3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de
aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en tele
foonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volg
orde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd
evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in
bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of
een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Notulen.
Artikel 18.
1De ontwerp-notulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden toe
gezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerp-notulen worden op hetzelfde
moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.
2. Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige verqaderino
vastgesteld. a a
3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel
tot wijziging van de notulen aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuistheden
bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot veran
dering dient voor de vaststelling van de notulen bij de commissiegriffier te worden inae-
diend. a
07Verordening op de raadscommissies 2006/ablh/7