BOARNSTERHIM
gemeente
COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN
Aan de Raad
van de gemeente Boarnsterhim
Advies betreffende het door de heer mr. W. Sleijfer namens de heer M. Jansma bij brief van 23 maart
2006, ingekomen 24 maart 2006, ingediende bezwaarschrift gericht tegen het besluit van de Raad van
de gemeente Boarnsterhim d.d. 14 februari 2006, inzake het vaststellen van een voorbereidingsbesluit
ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het perceel plaatselijk bekend De Greiden
10 te Warten.
De Commissie Bezwaarschriften (hierna te noemen: Commissie) heeft kennis genomen van:
het bezwaarschrift van de heer mr. W. Sleijfer (hierna: gemachtigde) namens de heer M. Jansma (hierna:
bezwaarmaker) d.d. 23 maart 2006;
het besluit van de Raad van de gemeente Boarnsterhim (hierna: verweerder) d.d. 14 februari 2006;
het verweerschrift namens verweerder d.d. 29 mei 2006;
alle overige documenten in het bezwaardossier;
al hetgeen tijdens de hoorzitting op 12 juni 2006 naar voren is gebracht en waarvan een verslag is
opgemaakt.
Feiten
Verweerder heeft bij besluit van d.d. 14 februari 2006 een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO) genomen voor het perceel, plaatselijk bekend,
De Greiden 10 te Warten. Het besluit is bekend gemaakt op 28 februari 2006.
Bij brief van 23 maart 2006, ontvangen 24 maart 2006, heeft gemachtigde namens bezwaarmaker
bezwaar aangetekend tegen voornoemd voorbereidingsbesluit.
Inhoud bezwaar
Bezwaarmaker voert aan dat bij de afweging van de in het geding zijnde belangen te weinig rekening is
gehouden met het effect van het te bouwen bouwwerk op de privacy van bezwaarmaker en de beperking
van de toetreding van zonlicht.
Bezwaarmaker merkt op dat tevens onvoldoende aandacht is besteed aan de te duchten geluidshinder.
Bezwaarmaker vraagt zich af of, wat de geluidhinder betreft, geen vergunning ingevolge de Wet
Milieubeheer is vereist en of in dit verband dan wel in het kader van de vrijstellingsprocedure
geluidsberekeningen zijn gemaakt.
Tot slot vreest bezwaarmaker voor een waardedaling van zijn woning als gevolg van de bouw van het
geplande bouwwerk.
Ontvankelijkheid
De Commissie stelt vast dat het bezwaarschrift tijdig is ingekomen en aan de te stellen eisen ingevolge
artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voldoet.
Daarmede staat de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van bezwaarmaker echter nog niet vast.
Immers, uit artikel 8:1 jo. artikel 7:1 van de Awb volgt dat alleen een belanghebbende bezwaar kan
maken tegen een besluit. Onder een belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks
bij een besluit is betrokken (artikel 1:2, lid 1, van de Awb).
advies Idivaru |uni 2006