Pagina 8
2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld,
wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming
verleend voor:
a aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software of
b gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
3. Voor zover er sprake is van:
a een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking
gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbeho
rende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid;
ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetko
ming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie
jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer,
bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter be
schikking worden gesteld.
4. Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetver
binding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur vergoed.
5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Mobiele telefoon.
Artikel 22.
1Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in
bruikleen ter beschikking gesteld die mede gebruikt mag worden voor privé doeleinden.
2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
4. Op de netto bezoldiging dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder die de
mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé doeleinden, wordt een be
drag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat op grond van de artikelen 38 respectieve
lijk 39 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 tot het loon wordt gerekend.
Spaarloonreqeling/levensloopregeling.
Artikel 23.
1De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende
spaarloonregeling.
2. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van
de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting
1964.
3 07 bijlageRechtspositie wethouders raads en commissieleden 2006/pomw/S