De Commissie is van oordeel dat dit algemene, planologische belang van aanzienlijk zwaarder gewicht is
dan het individuele belang van bezwaarmaker dat bestaat uit zijn recht om zijn eigendom zo optimaal
mogelijk te kennen gebruiken (en in het verlengde daarvan concreet uit de gebruiksmogelijkheden van
het tuinhuisje). Terecht heeft de raad tot weigering van de vrijstelling besloten.
In deze omstandigheden kon het college op grond van artikel 44, lid 1, Ww niet anders dan de
bouwvergunning eveneens te weigeren. De andere criteria die in dit artikel genoemd zijn, doen er dan
niet meer toe.
Al hetgeen door bezwaarmaker naar voren heeft gebracht omtrent het gedogen van het tuinhuisje speelt
in deze bezwaarschriftprocedure geen rol, omdat het geschil zich beperkt tot de vraag of al dan niet
terecht vrijstelling en bouwvergunning zijn geweigerd. Een handhavingsbesluit (zoals bv. het opleggen
van de last tot afbraak onder dwangsom) is thans niet aan de orde.
Overigens heeft bezwaarmaker aangegeven best tot zodanige aanpassing bereid te zijn (weghalen drie
wanden) dat aangenomen kan worden dat hetgeen van het tuinhuisje overblijft, niet langer als een
gebouw, maar als een ander bouwwerk aangemerkt moet worden. De eisen, waaraan een dergelijk
bouwwerk moet voldoen, staan vermeld in artikel 3, lid 3, onder b, van het bestemmingsplan.
De Commissie meent dat deze bezwaarschriftprocedure grotendeels tot miscommunicatie tussen partijen
valt te herleiden en waarschijnlijk voorkomen had kunnen worden. Zij gaat er vanuit dat partijen elkaar
thans in een passende oplossing die aan de geldende regelgeving voldoet, kunnen vinden. Zij
veronderstelt dat dan tevens recht gedaan wordt aan hetgeen bezwaarmaker met zijn verwijzing naar het
gelijkheidsbeginsel en de toetsing aan doelmatigheid bedoeld heeft. Voor de verlening van vrijstelling is
hetgeen bezwaarmaker in dit verband naar voren heeft gebracht, in ieder geval onvoldoende.
Samengevat komt de Commissie tot het oordeel dat
1de raad terecht en op juiste gronden heeft besloten tot weigering van vrijstelling en
2. het college terecht en op juiste gronden heeft besloten tot weigering van bouwvergunning
voor het plaatsen van een tuinhuisje op het perceel Djerreblom 17 te Grou. Het bezwaar is ongegrond.
Advies
De Commissie adviseert uw raad en uw college om het bezwaarschrift van de heer ing. L.L.M. de Lorijn
ongegrond te verklaren.
Grou, 11 december 2007 Commissie Bezwaarschriften
van de gemeente Boarnsterhim
drs. H. Schukking, voorzitter
mr. j.j. van den Berg, secretaris
Pagina 5
Advies De Lorijn december 2007