Het gevolg van aanleg van nutsvoorzieningen in het gebied is dat er een verstoring van de natuur optreedt. Dit is het gevolg van enerzijds de verstoring die de aanleg van nutsvoorzieningen zelf met zich meebrengt en anderzijds van het gebruik van de nutsvoorzieningen die tot verstoring en verlengd verblijf in het gebied leidt. Na aanleg is bij electra en gas een toegenomen belasting van de natuur door licht te verwachten en stijgt het comfort in de recreatieverblijven en daardoor de verblijfsduur. Bij water is een verstoring van de natuur door toename van het afvalwater te ver wachten. Naast de negatieve gevolgen voor de natuur is ook de recreatie niet gebaat bij verdere verstoring van dit gebied. Dit sluit aan op de wens van provincie en gemeente om in het gebied geen intensieve recreatie toe te staan, en bij de wens van het Overlegorgaan om de duisternis van het gebied te behouden. Het Overlegorgaan is pleitbezorger van het aanleggen van electra en water, onder voorwaarde dat waterkwaliteit het uitgangspunt is en pas tot aanleg van electra en water overgegaan wordt indien riolering wordt aangelegd. De vereniging stelt dat zij de lichtvervuiling door het gebruik van eventueel aan te leggen electra middels eigen onderlinge afspraken tussen eigenaars van de aan gesloten recreatieverblijven willen tegengaan (met afsluiting van de nutsvoorziening als sanctie) en geen toename van de verblijfsduur verwacht. Daarnaast is het in de zomermaanden kort don ker, waardoor extra licht geen impact zou hebben. Dit laatste argument is niet sluitend, aange zien het weinige donker in de zomermaanden juist behouden dient te worden. De beide andere argumenten zijn onderbouwd. Er worden aanvullende eisen gesteld, welke gesteund worden door It Fryske Gea, aan hoeveelheid en soort buitenlicht en gebruik van 'groen licht', waardoor te ver wachten is dat lichtvervuiling tot een minimum beperkt wordt. Door sanctionering van het zich onttrekken aan de regels middels afsluiting van de nutsvoorzieningen mag verwacht worden dat de regels ook daadwerkelijk nageleefd worden. Vergelijking met recreatiewoningen in It Wiid maakt aannemelijk dat er geen toename van de verblijfsduur te verwachten is. Het gezamenlijk afgesproken beleid in het Beheers- en Inrichtingsplan stelt natuurbehoud- en ver betering voorop. Daarom wordt nu in clusters A en B riolering aangelegd, waardoor daar versto ring door water wordt weggenomen. Het Overlegorgaan maakt op basis van advies van It Fryske Gea aannemelijk dat middels regulering lichtvervuiling tegen te gaan is en verlenging van de ver blijfsduur onwaarschijnlijk is. Hierdoor is de aanleg van water en electra in clusters A en B toe te staan. In clusters C en D staat ook de verbetering van de waterkwaliteit voorop, en kan pas de aanleg van water en electra overwogen worden indien er riolering gerealiseerd wordt. Argumenten: 1.1 De aanleg van riolering heeft als doel verstoring van de natuur weg te nemen, nutsvoorzie ningen leveren juist extra verstoring zonder regulering De aanleg van riolering in de Alde Feanen heeft als doel het wegnemen van verstoring veroor zaakt door reeds bestaande wateraansluitingen. De aanleg van nutsvoorzieningen zal dit doel juist teniet doen doordat het extra verstoring met zich meebrengt in de vorm van verstoring door aan leg en verstoring door lichtbelasting en verblijfsverlenging. Slechts door regulering is deze versto ring in te perken. 1.2 De aanleg van riolering geeft geen recht op aanleg van nutsvoorzieningen De gemeente heeft ontheffing van de zorgplicht voor het gebied van de Alde Feanen, maar legt toch riolering aan in clusters A en B. Maar nu riolering wordt aangelegd is dit geen vrijbrief voor de aanleg van nutsvoorzieningen. De overweging die voorafging aan de aanleg voor riolering is niet dezelfde als die voor nutsvoorzieningen. Hierdoor is de aanleg van nutsvoorzieningen afhan kelijk van al het andere relevante beleid, en niet van het beleid inzake rioleringsaanleg. 1.3 Het Beheers- en Inrichtingsplan kiest voor natuur en duisternis Pagina 2 4 04 Raadsadvies nuts Alde Feanen/12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2008 | | pagina 54