Een relatief hoog beschermingsniveau voor geurgevoelige objecten in een grensgebied vermin
dert immers de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen direct buiten de gemeentegrens.
Om die reden is overleg voorgeschreven met de nabijgelegen gemeenten, voorafgaande aan
besluitvorming over de andere waarde of de andere afstand (artikel 9 van de Wgv). Om deze
reden is samengewerkt met naburige gemeenten.
9. Samenvatting Raadsbehandeling
Het raadsvoorstel tot vaststelling van nota van toelichting en verordening is na afloop van de
inspraaktermijn met de inspraakresultaten ter advisering voorgelegd aan de Raad d.d.
10. Risico's
Tegen vaststelling van gebiedsvisie en verordening staat geen bezwaar of beroep open.
11. Juridische aspecten
Een gebiedsvisie heeft op zichzelf geen juridische status. De normen die volgen uit de gebieds
visie worden daarom vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Uit de verordening moet in
ieder geval duidelijk blijken wat de grenzen zijn van de onderscheiden (deel)gebieden en wat de
maximale geurbelasting en de minimumafstanden zijn in een gebied voor zover daarbij wordt
afgeweken van de normstelling en afstanden uit de Wgv.
De Wgv stelt geen specifieke eisen aan de procedure voor de verordening. Inspraak is geregeld
in de gemeentelijke Inspraakverordening.
Voor zover een wettelijke regeling geen inspraak voorschrijft bepaalt het bestuursorgaan of en
bij afwijking van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet be
stuursrecht op welke wijze inspraak wordt verleend. Op grond van artikel Lj lid *2. van
de InspraakverordeningQLÔQ^heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om een van de uniforme
openbare voorbereidingsprocedure afwijkende inspraakprocedure vast te stellen.
Toepassing van de afwijkende normen vindt wel plaats op basis van besluiten waartegen be
roep en bezwaar kan worden aangetekend, namelijk in besluiten op vergunningaanvragen.
Wanneer tegen dergelijke besluiten beroep wordt aangetekend, kan de rechter de totstandko
ming van de andere normen op hoofdlijnen beoordelen (motiveringsbeginsel).
Als de verordening eenmaal van kracht is, gelden bij vergunningverlening de daarin opgenomen
normen. Deze gelden per geurgevoelig object. Ook de provincie en buurgemeenten zijn bij
vergunningverlening gebonden aan de in de verordening vastgelegde normen.
12. Communicatie en draagvlak
Over het te voeren beleid op het vlak van geurhinder vanuit veehouderijen heeft overleg plaats
gevonden met het LTO Noord, naburige gemeenten en de gemeenteraadsleden.
Uit het overleg met LTO Noord is gekomen dat gestreefd moet worden naar het voorkomen van
nieuwe knelpunten. Dit kan o.a. voorkomen worden door bij die bedrijven waar momenteel geen
sprake is van de overschrijding van de afstanden genoemd in de Wet deze afstanden ook te
handhaven. Verder heeft LTO Noord verzocht om de ruimte die mogelijk is door het maken van
een verordening te gebruiken. Vanuit de gemeente Boarnsterhim is aangegeven dat men hecht
aan een goed leefklimaat. Daarom is gekozen voor het terugbrengen van de wettelijke afstan
den maar in het gebied tussen de wettelijke grens en de grens vanuit de verordening wordt geen
uitbreiding van de veestapel toegestaan.
De betreffende bedrijven zijn middels een brief op de hoogte gesteld van de wijzigingen door de
Wet geurhinder en veehouderij.
5