Medewerking aan het plan is slechts mogelijk met toepassing van artikel 19 lid 1 van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening. De gemeenteraad is in deze procedure beslissingsbevoegd.
Argumenten:
1. Ruimtelijk gezien is de plaatsing van een aanbouw buiten het bouwvlak een ongewenste
ontwikkeling.
De aanvraag is in strijd met het voorgestane gemeentelijk planologisch beleid ter plaatse. Dit be
leid is opgenomen in de voorschriften van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan. In het in
voorbereiding zijnde bestemmingsplan Akkrum-Nes is in de voorschriften opgenomen dat ter
plaatse van de locaties Buorren 17 tot en met 45, Kleef 1 tot en met 9 en Kanadeeskestrjitte 1
tot en met 19 de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de bestemming water niet
minder dan 4 m mag bedragen. Dit voorschrift is opgenomen om ervoor te zorgen dat het karak
teristiek bebouwingsbeeld aan het water niet wordt verstoord. Op grond van dit beleid is mede
werking aan een vrijstellingsprocedure niet mogelijk. De afwegingen voor het niet meewerken aan
een vrijstellingsprocedure voor deze bouwaanvraag zijn gelijk aan de afwegingen die geleid heb
ben tot het weigeren van de voormalige serre.
2. De aanvraag is niet ingetrokken.
Op 21 mei 2008 is aan de aanvrager een brief verstuurd met het advies om de aanvraag in te
trekken, omdat genoemde strijdigheden reden kunnen zijn om de aanvraag te weigeren. Mw. mr.
M.A. Jansen van De Haan TuinmanSleijfer Advocaten heeft namens aanvrager op deze brief ge
reageerd bij brief van 10 juni 2008. Zij zijn het niet eens met de interpretatie van de voorschrif
ten en zijn van mening dat de bouwvergunning verleend moet worden. Voor de weerlegging hier
van verwijs ik nogmaals naar de uitspraak van de rechtbank van 6 december 2005 en de Raad
van State van 23 augustus 2006 (zie bijgevoegde kopieën).
Tevens wordt verwezen naar een vergunde aanbouw aan de Kanadeeskestrjitte 45 te Akkrum.
Dit perceel heeft een andere bestemming. De bedoelde serre is vergund middels een vrijstelling
procedure ex artikel 1 9 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Medewerking aan deze vrij
stelling was wel mogelijk omdat de afstand tot het water meer dan 4 meter bedraagt. Er is geen
strijd met het beleid. Het betreft derhalve geen vergelijkbare zaak.
Nu de aanvrager zijn aanvraag niet in wil trekken wordt overgegaan tot weigeren ervan.
Kanttekeningen:
Deze aanvraag moet hetzelfde worden beoordeeld als de voormalige serre. In beide gevallen
betreft het een aanbouw buiten het bouwvlak. De afwegingen zijn hetzelfde.
Er is overleg gevoerd met:
Pu bliekszaken Vergunningverlening.
Financiën/ Beslisboom:
Niet van toepassing
Uitvoering:
Niet van toepassing
Communicatie:
De aanvrager wordt schriftelijk van uw besluit op de hoogte gesteld.
Pagina 2