De afspraak is gemaakt tussen de heer De Jong en de provincie om dit als werk-met-werk te realiseren in het kader van de grondaankoop. Toets aan het bestemmingsplan Het verzoek is gelegen in het bestemmingsplan Wergea-Kom, vastgesteld op 20 juni 2006 en goedgekeurd op 6 februari 2007 en heeft de bestemming agrarisch gebied (art 8). In de doeleindenomschrijving is niet aangegeven dat water ook onder de bestemming agrarisch gebied is toegestaan. Omdat de aanvraag voorziet in de aanleg van een waterpartij is het verzoek in strijd met de doeleindenomschrijving van het geldende bestemmingsplan. Medewerking is slechts mogelijk middels een vrijstellingsprocedure krachtens artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het verzoek betreft alleen een verzoek om aanlegvergunning. Er zullen geen bouwwerkzaamhe den worden uitgevoerd als onderdeel van deze aanvraag. Artikel 8 lid 8, sub a van het bestemmingsplan geeft aan dat er een aanlegvergunning nodig is voor het ophogen, afgraven of afschuiven van gronden. De aanlegvergunning hoeft niet te wor den voorgelegd aan de provincie voor een verklaring van geen bezwaar. Het college is bevoegd in de procedure omtrent de aanlegvergunning. Echter door de strijdigheid met de doeleindenom schrijving van het bestemmingsplan is er een vrijstelling benodigd op grond van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De gemeenteraad is in deze procedure beslissingsbe voegd. Voor de planologische vrijstelling is wel een verklaring van geen bezwaar van de provincie nodig. In het kader van de vrijstellingsprocedure heeft het plan met ingang van 16 april 2008 twee we ken ter inzage gelegen. Er zijn 4 inspraakreacties ontvangen. Deze reacties zijn op 22 mei 2008 naar de aanvrager verzonden met verzoek om inhoudelijke reactie. Op 20 juni 2008 is er een re actie van de aanvrager ontvangen. Argumenten: 1.1.Het verzoek past binnen het vastgestelde beleid ten aanzien van dit gebied Op 20 april 2004 heeft de gemeenteraad voor dit gebied een flankerend onderzoek besproken in het kader van de besluitvorming over de westelijke omleiding van de Staande Mastroute. Deze visie maakte hier deel van uit. De gemeenteraad heeft ten aanzien van de visie voor het gebied aan de noordwestkant van Wergea geen opmerkingen gemaakt. Hierop is op 29 juni 2004 de vi sie voor dit gebied door het college vastgesteld. Op 12 juli 2005 is de visie aangepast (college- besluit) in verband met de aanpassing van de ligging van de Staande Mastroute in noordelijke richting. Deze visie is onder andere gebruikt in het kader van de grondonderhandelingen met de grondeigenaren. Voor dit gebied is aangegeven dat het realiseren van de waterpartij/zwemdobbe past binnen de visie van het gebied en daarom in principe is toegestaan. Tevens geeft het bestemmingsplan in het beleidskader voor dit gebied "Staande Mastroute" aan dat het mogelijk is dat de huidige hoofdzakelijke agrarische functie zal worden vervangen door een voornamelijk recreatieve func tie. Let wel; het huidige verzoek om aanlegvergunning gaat uit van de aanleg van een waterpartij en niet van de aanleg van een zwemdobbe/recreatieve voorzieningen (zie ook brief van 20 juni 2008, reactie op inspraakreactie door de aanvrager). Mocht de eigenaar van de grond dit in een later stadium wensen dan zal daar een aparte planologische procedure voor doorlopen moeten worden. Dit is anders dan dat in de eerste brief van de aanvrager en de omschrijving van het pro ject is aangegeven (zie brief dd 20 juni 2008). Pagina 2 3 02 raadsvoorstel medewerking aanlegvergunning waterpartij/pznv/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2008 | | pagina 34