Het inmiddels vastgestelde waterhuishoudingsplan gaat uit van een nieuwe afwateringsrichting. Om dat te bewerkstelligen moeten enkele slootpeilen omhoog. Om voldoende "drooglegging" van de omringende weilanden te behouden moeten tegelijk ook enkele omliggende percelen worden verhoogd. Dat vraagt vrijkomende grond in de buurt. De meeste grond vanuit de nieuwe vaarweg moet naar de nieuwe kaden in de polders ten noorden en zuiden van Wergea. Extra vrijkomende grond in het werk het project) is dus nodig. Indien de waterpartij niet gerealiseerd kan worden zal de provincie ca 5000 m3 grond ergens anders vandaan moeten halen. Dat is logistiek niet handig, maar bovenal erg duur. Bij de ontwikkeling van het waterhuishoudingsplan bleek al snel dat er fors meer berging in het gebied nodig was dan dat de bestaande watergangen na verbreding alleen konden bieden. Bij de provincie was bekend dat de heer De Jong plannen had om wellicht recreatieve ontwikkelingen te initiëren met een waterpartij. Vanuit de gedachte om werk-met-werk te maken heeft de pro vincie de heer De Jong voorgesteld om een waterpartij met voldoende omvang te realiseren op zijn perceel. Hierdoor worden er twee doelen bereikt; dichtbij grond verkrijgen voor de ophoging van de percelen en de benodigde berging voor regenwater in het gebied te creëren. De suggestie om de ijsbaan die bergingsfunctie te geven is vanuit de normen en richtlijnen van het Wetterskip Fryslân niet haalbaar. Inspraakreactie 6 Inspraakreactie 6 geeft aan dat wij als gemeente met grenzen van de verschillende bestem mingsplannen zouden hebben geschoven. Een bestemmingsplan kent een aparte procedure. Het plan wordt een aantal keren ter inzage gelegd zodat een ieder hier op kan reageren. De grenzen van beide bestemmingsplannen, Staande Mastroute omleiding west en Wergea Kom, sluiten op elkaar aan. Deze grenzen zijn zowel in de procedure voor het bestemmingsplan Staande Mastrou te als in de procedure voor het bestemmingsplan Wergea Kom niet aangepast. De indiener van deze inspraakreactie heeft meerdere malen de mogelijkheid gehad om op de beide bestemmings plannen te reageren. De inspraakreacties 1, 2, 3, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 richten zich met name tegen de mogelijke toekomstige gebruiksfuncties van de waterpartij en de mogelijke plannen van de heer De Jong met betrekking tot de recreatieve ontwikkelingen op zijn perceel. Deze plannen van de heer De Jong, zoals uit de inspraakreacties naar voren komen, voor de realisatie van een kam peerterrein en een zwemdobbe zijn geen onderdeel van deze procedure. Deze vrijstelling is tot op heden niet aangevraagd en kunnen wij als gemeente niet inhoudelijk beoordelen. Wel kunnen wij aangeven dat er in 2004 en 2005 een visie is vastgesteld voor o.a. het gebied tussen de Leeu- warderweg en de Staande Mastroute en dat deze plannen passen binnen deze visie. Deze visie is vastgesteld door het college. Definitieve besluitvorming zal later plaatsvinden na indienen van concrete aanvragen/plannen. De visie geeft een blauwdruk van een toekomstige inrichting, maar is/was bedoeld om aan te geven welke functies in het gebied een plek zouden kunnen krijgen en om de grondeigenaren uit te nodigen om met concrete plannen te komen. De plannen voor de eventuele realisatie van een kampeerterrein op de gronden van de heer De Jong zal met een aparte planologische procedure beoordeeld moeten worden. Op dat moment zullen ook de randvoorwaarden als verkeersdrukte, geluidsoverlast en veiligheid beoordeeld wor- Zoals ook de aanvrager in de brief van 20 juni 2008 aangeeft moeten we deze aanvraag beoorde len primair vanuit de belangen van de vaarweg en de waterhuishouding. De gronden zijn in ei gendom van de heer De Jong. De gronden zijn op dit moment niet opengesteld voor publiek. Pagina 2 reactienota inspraakreacties/pznv/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2008 | | pagina 38