bezwaarmaker als belanghebbende worden beschouwd. De Commissie acht het bezwaar derhalve ontvankelijk. Voor zover het bezwaarschrift is gericht tegen de brief van burgemeester en wethouders van 22 mei 2008 moet het bezwaar niet ontvankelijk worden verklaard. Dienaangaande overweegt de Commissie dat op grond van artikel 8:1 in samenhang met artikel 7:1 van de Awb enkel bezwaar kan worden ingediend tegen een besluit. Artikel 1:3, lid 1, Awb verstaat onder een besluit "een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling". De Commissie overweegt dat in het onderhavige geval geen sprake is van een beslissing van publiekrechtelijke aard. De mededeling dat het verzoek wordt doorgezonden aan de raad is niet aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Tegen de brief van 22 mei 2008 kan om die reden geen bezwaar worden ingediend. De Commissie acht het bezwaarschrift daarom, voor dat deel, niet-ontvankelijk. Beoordeling bezwaar De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of de Raad terecht en op juiste gronden heeft besloten to' afwijzing van het verzoek van bezwaarmaker om openbaarmaking van geheime stukken betreffende de Brede School. Uitgaande van een volledige heroverweging op de grondslag van het ingediende bezwaar overweegt zij het volgende. Ingevolge artikel 25, lid 2, Gemw kunnen burgemeester en wethouders, op grond van een belang genoemd in artikel 10 WOB, geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan de raad overleggen. In het meningvormende voorstel aan de raad van 1 april 2008 hebben burgemeester en wethouders geheimhouding opgelegd ten aanzien van een vijftal bijlages bij dit besluit. Op grond van artikel 25, lid 3, Gemw vervalt de op grond van het tweede lid opgejegde verplichting tot geheimhouding indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering wordt bekrachtigd. De Commissie kan bezwaarmaker volgen in zijn stelling dat de geheimhouding niet is bekrachtigd in de eerstvolgende vergadering van de raad die plaatsvond op 1 april 2008. In de besluitenlijst van 1 april 2008 is een dergelijk besluit niet opgenomen en ook uit de notulen blijkt niet dat een besluit tot bekrachtiging van de geheimhouding is genomen. Ter zitting is dit namens de Raad ook erkend. Namens de Raad is ter zitting aangevoerd dat het verzoek van bezwaarmaker is afgewezen omdat de Raad in haar vergadering van 23 april 2008 alsnog tot geheimhouding van de betreffende stukken heeft besloten. De Raad heeft deze beslissing genomen op grond van haar bevoegdheid in artikel 25, lid 1, Gemw. In dit artikel is bepaald dat de raad op grond van een belang, genoemd in artikel 10 WOB, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de Raad worden overgelegd, geheimhouding kan opleggen. De Commissie kan de Raad hierin niet volgen. Uit de notulen van de raadsvergadering van 23 april 2008 blijkt op geen enkele wijze dat de Raad voor ogen had te beslissen op grond van het eerste lid van artikel 25 Gemw. Uit de notulen blijkt naar het oordeel van de Commissie genoegzaam dat de Raad in de veronderstelling verkeerde dat zij de eerdere geheimhouding bekrachtigde. Zij leidt dat af uit het gegeven dat de burgemeester stelt dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft de geheimhouding eraf te halen, hetgeen naar het oordeel van de Commissie impliceert dat er nog sprake was van geheimhouding. Daarnaast stelt de voorzitter vast dat wordt besloten dat de bijlagen nog geheim zijn. Uit het woord nog kan naar het oordeel van de Commissie worden afgeleid dat sprake is van voortzetting van de geheimhouding. Hieruit volgt dat van de oplegging van geheimhouding als bedoeld in artikel 25, lid 1, Gemw naar het oordeel van de Commissie geen sprake is. De Raad kon op grond daarvan dan ook niet het verzoek van bezwaarmaker weigeren. Pagina 2 Advies Galama september 2008

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 123