ALGEMEEN 2.1. Loon-en prijsontwikkeling De geraamde lonen in de begroting 2009 zijn gebaseerd op de bruto lonen per 1 juni 2008 met een ingeschatte loonstijging van 2,2% per 1 juni 2009 en op de premiepercentages sociale lasten/pensioenen per 1 januari 2008. Tevens is rekening gehouden met de toekenning van periodieken voor de huidige personeelsleden die nog niet het maximum van hun schaal hebben bereikt. De materiële kosten zijn zo nodig op basis van de uitkomsten 2007 verhoogd. In de septembercirculaire gemeentefonds 2008 (blz. 46) wordt rekening gehouden met een prijsmutatie van de netto materiële overheidsconsumptie in 2009 van 3,75% en een prijsmutatie voor de salarissen en lonen bij de overheid in 2009 van 4,5%. De prijsmutatie BBP wordt voor 2009 geraamd op 3,5%. Nadien is een sociaal akkoord afgesloten waarin is afgesproken dat de WW-premie per 1 januari 2009 komt te vervallen, dat de loonsverhogingen zo mogelijk beperkt blijven tot 3,5 en dat de BTW niet verhoogd wordt per 1 januari 2009. Naar verwachting betekent het bovenstaande dat het loon- en prijspeil in de begroting 2009 gemiddeld ongeveer 3 te laag is ingeschat, hetgeen betekent dat in 2010 een correctie van die omvang zal moeten worden toegepast. Voor de jaren na 2009 wordt uitgegaan van een prijsstijging van 3% en een loonstijging van 4,5% (inclusief 1,5% in verband met periodieken)hetgeen een gemiddelde prijsmutatie van 3,5 ten opzichte van het voorgaande jaar tot gevolg heeft. 2.2. Bedrijfsvoering Uitgezonderd een duidelijke keuze om de twee kolommen GGD en Brandweer) in stand te houden, was er begin 2007 nog geen plan van aanpak voor de samenvoeging van de bedrijfsvoering. Medio 2007 is besloten de bedrijfsvoering in de vorm van een viertal clusters en de concernstaf in te richten. De evaluatie van dit besluit (op verzoek van de ondernemingsraad) heeft inmiddels plaatsgevonden en komt tot de volgende aanbevelingen: Aanbeveling 1: aansturing en afstemming Met name de verbinding tussen het bestuurlijke en operationele niveau is van groot belang om de uitdagingen integraal te kunnen aanpakken. Er bestaat grote behoefte aan integraliteit, in termen van belangen afwegen, prioriteiten afstemmen en informatie uitwisseling over vraag en aanbod. Dit betekent dat de verwachtingen en wensen van zowel de directie, de managers als de clusterhoofden nader tot elkaar moeten komen. Aanbevolen wordt dan ook de huidige operationele aansturing vanuit de directie te herijken en te overwegen om die aansturing op tactisch niveau neer leggen. Inmiddels is de operationele aansturing minder noodzakelijk (er bestaat immers zicht op de bedrijfsprocessen en de noodzakelijke verbeteringen), terwijl gelet op de ontwikkeling van de bedrijfsvoeringsfunctie juist een schakel op het tactische niveau hoogst noodzakelijk is. Aanbeveling 2: transparantie De wijze van aansturing en verantwoording is op elk niveau of sectoraal-, of juist clustergericht. Dit is een belemmering voor het integraal, cyclisch en transparant krijgen, hebben en houden van het ambitieniveau (de doelstellingen), de te ontplooien activiteiten en de in te zetten middelen. Aanbevolen wordt de beleidsambities af te stellen op de benodigde tijd, mensen en middelen of deze laatste af te stellen op de beleidsambities. Expliciteer op elk niveau daartoe onderlinge verwachtingen en wensen ten aanzien van de bedrijfsvoering én ten aanzien van de managers. Vertaal vervolgens deze verwachtingen in het takenpakket, de procesbeschrijvingen en de werkinstructies van de clusters en stuur en

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 20