2. Toezicht en handhaving volgens de Wet kinderopvang In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen beschreven wat de Wet kinderopvang zegt over het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang. 2.1 Toezicht Het college ziet er op toe dat de Wet kinderopvang wordt nageleefd. Hiervoor is een aantal ambtenaren van de GGD aangewezen als toezichthouder. Ondernemers die een kindercentrum of een gastouderbureau willen starten moeten zich melden en laten registeren in het gemeentelijk kinderopvangregister. De toezichthouder onderzoekt na melding binnen acht weken of het kindercentrum of gastouderbureau voldoet aan de gestelde regels. De toezichthouder gebruikt hiervoor landelijk vastgestelde toetsingskaders voor kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Daarnaast onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of elk kindercentrum of gastouderbureau aan de kwaliteitseisen voldoet. Ook kan de toezichthouder incidenteel onderzoek uitvoeren. Een bijzondere controle is de herinspectie. De herinspectie dient een specifiek doel, bijvoorbeeld nagaan of de houder uitvoering heeft gegeven aan een aanwijzing. De toezichthouder legt zijn bevindingen vast in een rapport. Het toezicht door de GGD is eerstelijnstoezicht. De Inspectie van het Onderwijs (IvhO) houdt weer toezicht op gemeenten. IvhO ziet erop toe dat het systeem van eerstelijnstoezicht en handhaving door gemeenten goed werkt. Het toezicht van IvhO is signalerend van aard. Het college moet jaarlijks een gemeentelijk jaarverslag opstellen over de werkzaamheden die in het kader van toezicht en handhaving in het voorgaande jaar zijn verricht. 2.2 Handhaving Het college kan op basis van de bevindingen van de toezichthouder ingrijpen. Hiertoe heeft het college een aantal instrumenten tot zijn beschikking. Hieronder worden deze sanctiemogelijkheden kort beschreven. 2.2.1 Aanwijzing en bevel Het systeem van de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur brengen mee dat er in ieder geval onderscheid wordt gemaakt tussen overtredingen die een bevel rechtvaardigen en overtredingen waarvoor een aanwijzing aangewezen is. 2.2.1.1 Aanwijzing Als een kindercentrum of gastouderbureau zich niet aan de kwaliteitseisen houdt, kan het college een aanwijzing geven. Een aanwijzing is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In een aanwijzing staat welke overtredingen geconstateerd zijn, welke maatregelen binnen welke termijn getroffen moeten worden en de waarschuwing dat de aanwijzing kan worden afgedwongen met bestuursdwang, dwangsom of kan leiden tot een bestuurlijke boete. De gemeente kan, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van Pagina 5 2 03 Bijlage toezicht en handhavingsbeleid kinderopvang/bpnd/5

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 14