De Commissie bezwaarschriften (hierna: Commissie) heeft op 1 december 2008 een hoorzitting gehouden. Inhoud bezwaar Bezwaarmakers voeren aan dat het college ten onrechte verwijst naar een andere toetsing van een ander bouwplan, leder bouwplan moet worden getoetst aan het bestemmingsplan. Daarnaast is het bouwplan ten onrechte alleen getoetst aan de eisen voor een hoofdgebouw die vastgelegd zijn in artikel 4, lid 3, planvoorschriften van het bestemmingsplan. Aan- of uitbouwen moeten of aan de voorschriften opgenomen in artikel 4, lid 3, sub a, onder 1 tot en met 3, voldoen of aan het voorschrift in artikel 4, lid 3, sub b, van de bestemmingsplanvoorschriften. Aangezien het betreffende bouwplan voldoet aan het voorschrift opgenomen in artikel 4, lid 3, sub b, van de planvoorschriften is er geen sprake van strijd met het bestemmingsplan. Bezwaarmakers stellen voorts dat de beslistermijn inmiddels is verstreken. Op grond van artikel 46, lid 1, van de Woningwet (hierna: Ww) is er daarom sprake van een bouwvergunning van rechtswege en is het college niet meer bevoegd om een besluit op de aanvraag te nemen. Voor zover toch sprake mocht zijn van strijd met het bestemmingsplan, zijn bezwaarmakers van mening dat het besluit van de raad van de gemeente Boansterhim betreffende de weigering van vrijstelling ondeugdelijk is gemotiveerd. Ter motivering van het besluit is verwezen naar beleid. Volgens bezwaarmakers is er echter geen sprake van beleidsregels als bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Ten aanzien van de stelling dat de afstand tot het water minimaal vier meter dient te bedragen, wijzen bezwaarmakers op het bestaande bebouwingsbeeld. De meeste aan/uitbouwen ter plaatse lopen tot aan de waterkant door. Tot slot voeren bezwaarmakers aan dat het betreffende voorschrift niet is opgenomen in het nu geldende bestemmingsplan zoals beweerd in het aanvullende raadsvoorstel. Gemachtigde heeft namens bezwaarmakers verzocht om een vergoeding van de proceskosten. Ontvankelijkheid Ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt de Commissie vast dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ook voor het overige aan de te stellen eisen voldoet (artikelen 6:5 en 6:7 van de Awb). Ook kunnen bezwaarmakers als belanghebbende worden beschouwd. De Commissie acht het bezwaar derhalve ontvankelijk. Beoordeling bezwaar De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of de raad en het college terecht en op juiste gronden hebben geweigerd vrijstelling resp. bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van een beweegbare overkapping op het perceel De Kleef 1-3 te Akkrum, kadastraal bekend AKM04 B 2625. Uitgaande van een volledige heroverweging op de grondslag van het ingediende bezwaar overweegt zij het volgende. De Commissie stelt allereerst vast dat de aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend op 6 mei 2008. Derhalve zijn de WRO en de Ww, zoals deze gold voor 1 juli 2008 van toepassing. Volgens het overgangsrecht zijn de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de gewijzigde Woningwet, die per genoemde datum in werking zijn getreden, op deze bouwaanvraag niet van toepassing. Op grond van artikel 40 van de Ww is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een vergunning van het college (bouwvergunning). In dit geval is volgens het ambtelijke rapport van de afd. Ontwikkeling - in afwijking van de bouwaanvraag - voor het bouwplan een reguliere bouwvergunning Pagina 2 Advies Aarts december 2008

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 163