Bij brief van 14 december 2007 hebben burgemeester en wethouders aan bezwaarmakers meegedeeld
dat zij niet kunnen voldoen aan de beslistermijn zoals genoemd in artikel 4:13 Algemene wet
bestuursrecht (hierna: Awb).
Bij brief ontvangen 1 februari 2008 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân gereageerd op
het verzoek om een pretoets. Zij hebben aangegeven dat het verzoek niet in overeenstemming is met het
beleid dat is geformuleerd in het streekplan en dat zij daaraan geen planologische medewerking kunnen
verlenen.
Op 7 februari 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen enkele van de bezwaarmakers en de
gedeputeerde mevrouw Andriessen.
Bij brief van 15 oktober 2008 hebben burgemeester en wethouders aan Karus Architectuur en
Stedenbouw meegedeeld dat de Raad in haar vergadering van 19 augustus 2008 heeft besloten geen
medewerking te verlenen aan een procedure ex artikel 19, lid 1, van de WRO ten behoeve van de
ontwikkeling van een bedrijventerrein in Reduzum.
Bij brieven van 16 oktober 2008 en 24 oktober 2008 heeft de heer J.R. Galama (hierna: gemachtigde)
namens bezwaarmakers bezwaar aangetekend tegen voornoemd besluit.
Inhoud bezwaar
In het bezwaarschrift schetst gemachtigde de gang van zaken vanaf 2002. Hij geeft aan dat de
bezwaarmakers niet zijn betrokken bij het overleg met de provincie terwijl dat in de raad van 29 mei
2007 wel was aangegeven. Op 7 februari 2008 heeft een gesprek plaatsgevonden met de gedeputeerde
maar op 1 februari 2008 was de brief waarin gemeld werd dat de provincie niet bereid was medewerking
te verlenen al verzonden.
Bezwaarmakers maken bezwaar tegen de eenzijdige beeldvorming door de wethouder richting de
provincie. Zij heeft onjuiste informatie verstrekt aan de provincie. Ook stellen zij zich op het standpunt
dat burgemeester en wethouders onjuiste informatie hebben verstrekt over de zienswijze van de provincie
aangaande de mogelijkheid van een bedrijventerrein binnen het geldende provinciale beleid.
Tevens stellen zij dat het raadsvoorstel van 19 augustus 2008 dusdanig is geredigeerd dat de raad alleen
een keuze kon maken tussen twee voorstellen.
Tot slot tekenen bezwaarmakers bezwaar aan tegen het niet nakomen van de beslistermijnen die op grond
van de Awb in acht moeten worden genomen.
Ontvankelijkheid
Ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt de Commissie vast dat de bezwaarschriften tijdig zijn ingediend
en ook voor het overige aan de te stellen eisen voldoen (artikelen 6:5 en 6:7 van de Awb). Ook kunnen
de bezwaarmakers als belanghebbenden worden beschouwd omdat zij alle financieel hebben
bijgedragen aan de ontwikkeling van het project. De Commissie acht de bezwaren derhalve ontvankelijk.
Beoordeling bezwaar
De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of de Raad terecht en op juiste gronden heeft geweigerd
medewerking te verlenen aan een procedure ex artikel 19, lid 1, WRO ten behoeve van de ontwikkeling
van een bedrijventerrein in Reduzum. Uitgaande van een volledige heroverweging op de grondslag van
het ingediende bezwaar overweegt zij het volgende.
Pagina 2
Advies Galama |anuari 2009