Staten is de Commissie van oordeel dat de Raad dit terecht van doorslaggevende betekenis heeft geacht bij haar beoordeling van het verzoek van bezwaarmakers. De Commissie kan bezwaarmakers ook niet volgen in hun stelling dat het besluit van de Raad is beïnvloed door de manier waarop het besluit is geredigeerd. Bezwaarmakers hebben terecht vastgesteld dat het raadsvoorstel twee keuzes bevat, maar naar het oordeel van de Commissie zijn dit ook de keuzes die aan de Raad moesten worden voorgelegd, namelijk afwijzing van het verzoek of de procedure ex artikel 19, lid 1, WRO starten. De Commissie ziet niet in welke andere voorstellen aan de Raad hadden moeten worden voorgelegd. Wel hebben bezwaarmakers er in beginsel terecht op gewezen dat de beslistermijnen uit de Awb niet voldoende in acht zijn genomen. Artikel 19a, lid 2, WRO bepaalt dat de Raad zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag om vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1, WRO beslist of toepassing wordt gegeven aan de procedure in artikel 19a, lid 4, WRO. In dit geval heeft de Raad hierover pas na bijna een jaar na ontvangst van de aanvraag een besluit genomen. Echter, nu de Raad inmiddels een besluit heeft genomen, treft het bezwaar aangaande de termijnoverschrijding geen doel meer. Tot slot merkt de Commissie nog op dat de brief van 15 september 2008 waarin het weigeringsbesluit van de Raad door burgemeester en wethouders is meegedeeld aan bezwaarmakers, niet juist is geredigeerd. Ir deze brief wordt ervan uitgegaan dat een bouwaanvraag is ingediend voor het ontwikkelen van een bedrijventerrein. Bezwaarmakers hebben echter enkel vrijstelling aangevraagd. De verwijzingen naar de Woningwet in de brief van 15 september 2008 konden daarom achterwege blijven. Aangezien in de brief van 15 december 2008 enkel een besluit wordt meegedeeld, heeft deze constatering geen gevolgen voor het besluit van de Raad van 19 augustus 2008. Samengevat komt de Commissie tot het oordeel dat de Raad terecht en op juiste gronden heeft geweigerd medewerking te verlenen aan een procedure ex artikel 19, lid 1, van de WRO ten behoeve van de ontwikkeling van een bedrijventerrein in Reduzum. Het bezwaar is ongegrond en het bestreden besluit kan in stand blijven. De Commissie adviseert uw Raad het bezwaar van de heer J.R. Galama namens zestien anderen ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten. Advies Grou, 30 januari 2009 Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Boarnsterhim drs. H. Schukking, voorzitter mr. drs. F.W. Visser, secretaris Pagina 4 Advies Galama januari 2009

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 178