Bijlage 5. Werkafspraken met GGD Fryslân Een inspecteur kinderopvang heeft de opdracht een oordeel te geven over het feit of de kwali teitseisen, zoals de wetgever deze heeft vastgelegd in de Wet kinderopvang en in de beleidsre gels 'Kwaliteit kinderopvang' en 'Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang' worden nageleefd in een kindercentrum of gastouderbureau. Aanleidingen voor een onderzoek kunnen di vers zijn, evenals de typen onderzoek die uitgevoerd worden. Een onderzoek leidt altijd tot een oordeel en een beschouwing over de situatie in het kindercentrum of gastouderbureau. Om tot dit oordeel te komen, voert de inspecteur een onderzoek uit. Een onderzoek kent verschillende fases: a. Verzamelen van informatie Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen verzamelt de inspecteur alle benodigde informa tie over de zaken waarover een uitspraak moet worden gedaan. De inspecteur gebruikt hiervoor de benodigde beschikbare bronnen. Tijdens het verzamelen van informatie is de inspecteur nog niet bezig met het vormen van een oordeel. b. Ordenen van informatie Alle informatie die verzameld is moet kunnen leiden tot een afgewogen oordeel. Hiervoor moeten alle aangeleverde gegevens gesorteerd worden en leiden tot de volgende stap: oordelen op basis van de geordende informatie. Op basis van alle informatie kan de inspecteur tot een afgewogen oordeel komen op elk inspectie-item. c. Rapporteren van bevindingen Alle oordelen worden vastgelegd in het inspectierapport, voorzien van beschrijvingen van de situ atie en onderbouwd met argumenten die het oordeel rechtvaardigen. Het instrumentarium dat de inspecteur tot zijn beschikking heeft sluit aan op deze indeling: Veldinstrument: verzamelen. Ordeningsinstrument: ordenen. Toetsingskader: oordelen. Modelrapport: rapporteren van bevindingen. De 31 Friese gemeenten en de GGD Fryslân hebben werkafspraken gemaakt over de taken van de GGD en de betreffende gemeente op het gebied van toezicht en handhaving op grond van de Wet kinderopvang. Deze werkafspraken zijn onderverdeeld in algemene werkafspraken, reguliere inspecties, inspecties bij nieuwe kindercentra en inspecties naar aanleiding van klachten en signa- 1Algemene afspraken 1.1 De gemeente is verantwoordelijk voor het register en het beheer hiervan. 1.2 De gemeente zorgt ervoor dat het register openbaar en up-to-date is. 1.3 De gemeente informeert de GGD in ieder geval schriftelijk over de aanpak en resultaten van de handhaving. 1.4 Alle kindercentra en gastouderbureaus worden volgens de Wet kinderopvang jaarlijks gecontroleerd door de toezichthouder van de GGD. 1.5 De GGD maakt zelf een planning voor de jaarlijkse inspecties op basis van het openbaar toegankelijke register van de gemeente en stelt de gemeente op de hoogte van deze planning. 1.6 De GGD maakt voor de rapportage van inspecties gebruik van het landelijk vastgestelde format en stuurt het rapport zowel schriftelijk als digitaal naar de gemeente. 1.7 Illegale opvang wordt opgespoord door de gemeente. Indien de GGD signalen opvangt over illegale kinderopvang geeft zij dit door aan de gemeente. Pagina 19 2 03 Bijlage toezicht en handhavingsbeleid kinderopvang/bpnd/19

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 28