van deze tijd, het vereist is dat ze bij recht bedrijfsgebouwen kunnen oprichten
met een goothoogte van 4,5m. wij zullen daarom de max. goothoogte van op
4,5m voor agrarische bedrijfsgebouwen handhaven.
Opmerkingen categorie 2:
Bebouwingsrichting Agrarisch bedrijf
Het gaat hierbij om 2 verschillende regelingen; bij optie 1 gaat het om bouwen
buiten de rechthoek; dit is een verandering qua bouwvlak-vorm. I.p.v. een
rechthoek kan dan een andere vorm ontstaan of wordt het een rechthoek met
een zijde langer dan 150m. Het hoeft hier niet per definitie om een uitbreiding
van de totale oppervlakte van 1 ha te gaan.
Bij optie 2 gaat het om een vergroting van de bouwoppervlakte; een vergroting
van de rechthoek zelf. Optie 2 is gericht op een groter bouwoppervlak.
Beide regelingen blijven derhalve gehandhaafd.
Kampeervoorzieningen
Allereerst merken wij op dat er voor bij de bestemmingen: Agrarisch gebied,
Recreatie- en horeca bedrijven en Woonboerderij, dezelfde voorwaarden en
mogelijkheden zijn gesteld voor realisatie van een kampeervoorziening.
Bij de bestemming Wonen is geen mogelijkheid opgenomen om een
kampeervoorziening op te richten, noch via een wijzigingsbevoegdheid noch via
een binnenplanse vrijstelling. Er zijn enkele percelen met de bestemming
"wonen" die ooit een vergunning hebben gekregen voor de realisatie van een
'mini-camping'. Deze percelen hebben naast de bestemming "wonen", de
aanduiding 'kampeerterrein'. Voor deze kampeerterreinen geldt dat er
verblijfsrecreatie mag plaatsvinden voor ten hoogste 10 standplaatsen voor
kampeermiddelen en ten hoogste 5 stacaravans. Het gaat hierbij uitsluitend om
bestaande situaties; binnen de bestemming "wonen" is het niet mogelijk nieuwe
kampeervoorzieningen te realiseren, noch bestaande uit te breiden.
Naar aanleiding van uw opmerking dat de openstelling van kleinschalige
kampeerterreinen niet beperkt is tot het toeristische seizoen en het feit dat
volgens u vaste kampeermiddelen niet worden uitgesloten, het volgende.
Op een kampeerterrein die via een wijzigingsbevoegdheid bij de drie voornoemde
bestemmingen gerealiseerd kan worden, is het niet toegestaan om vaste
kampeermiddelen op te richten.
Voorts wordt er in de voorschriften van de bestemming "Agrarisch gebied" en
"Woonboerderij" een bepaling toegevoegd die de plaatsing van kampeermiddelen
uitsluitend binnen het toeristisch seizoen (1 april -1 november) toestaat.
Juridisch gezien kan de beperking om kampeermiddelen uitsluitend binnen het
toeristisch seizoen toe te staan niet worden opgenomen voor specifiek
recreatieve bestemmingen; der halve zal deze beperking niet worden toegevoegd
voor de wijzigingsbevoegdheid m.b.t. percelen met de bestemming "Recreatie-
Horecabedrijf".
In de definitieve versie van het bestemmingsplan zijn de betreffende onderdelen
dan ook in overeenstemming met het Streekplanbeleid.
2