Tweede lid: Voorkomen van zwerfafval
In artikel 10.25, onder a, Wm wordt de basis gelegd voor het opnemen van het tweede lid.
Zie hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die hierover zegt: "De onderdelen a en b
hebben betrekking op zwerfafval. Onderdeel a betreft het voorkomen of het beperken van
zwerfafval. Regels hieromtrent kunnen op diverse wijze worden gesteld.Met het tweede lid
wordt beoogd om zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen te voorkomen.
Artikel 23. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Wettelijke grondslag
In artikel 10.25, onder a, Wm is de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel
in de afvalstoffenverordening. Zie hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die over dit
artikel zegt: "De onderdelen a en b hebben betrekking op zwerfafval. Onderdeel a betreft het
voorkomen of het beperken van zwerfafval. Regels hieromtrent kunnen op diverse wijze
worden gesteld. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent het direct veroorzaken van dit
soort verontreiniging. Veelal zal het daarbij gaan om een verbod, bijvoorbeeld om afval op
straat of in het water te werpen. De regels kunnen ook de aanwezigheid van bepaalde
voorzieningen (bijvoorbeeld een afvalbak bij een snackbar) of het gebruik daarvan
voorschrijven.
Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of
kraam. Het afval dat hierbij kan vrijkomen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten,
verpakkingsmateriaal of ander afval.
Wet milieubeheer
Opgemerkt wordt dat een inrichting zoals bedoeld in dit artikel, vergunningplichtig kan zijn op
grond van de Wet milieubeheer, dan wel meldingsplichtig op grond van het Besluit algemene
regels voor inrichtingen milieubeheer, ook wel het Activiteitenbesluit genoemd. Met de
inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2008 is het voormalig Besluit
Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer komen te vervallen.
De verplichting zoals opgenomen onder c van deze bepaling kan in deze gevallen als
voorschrift aan een dergelijke milieuvergunning worden verbonden, dan wel rechtstreeks
voortvloeien uit het Activiteitenbesluit.
In de nabijheid van de inrichting
Artikel 213 van het Activiteitenbesluit bepaalt het volgende: "Degene die de inrichting drijft
verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, sport- of spelmaterialen, of andere
materialen die uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een
straal van 25 meter van de inrichting.Hieruit volgt dat het criterium "in de nabijheid van de
inrichting" kan worden uitgelegd als binnen een straal van 25 meter van de inrichting.
Artikel 24. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Wettelijke grondslag
In artikel 10.25, onder b, Wm is de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel
in de afvalstoffenverordening. Zie hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die over artikel
10.25 Wm zegt: "De onderdelen a en b hebben betrekking op zwerfafvalOnderdeel b
betreft het opruimen van zwerfafval.
Dit artikel is dus een uitwerking van artikel 10.25, onder b, Wm in de vorm van een
verplichting tot opruimen of laten opruimen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.
Een bepaling als vervat in dit artikel, werd door de Hoge Raad verenigbaar geacht met artikel
7 grondwet (oud artikel 7, eerste lid, van de herziene Grondwet). Zie HR 27 februari 1951,
472 (Eindhoven).
Promotiemateriaal