Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak uitgereikt. Gedacht kan worden aan de zogenaamde sampling*i monsters of miniveroakkinaen waarin ter promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aanaeboden Op grond van dit artikel kan degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen o te laten opruimen. DU artikdston^vroeger in de APV. Het is niet verstandig om, om redenen van eenduidigheid, om dit artikel in beide verordeningen op te nemen. Artikel 25. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden no^nmnHctian voor het eerste lid is opgenomen in artikel 10.25, onder a, Wm. Zie hiervoor die over artikel 10.25 Wm zegt: "De onderdelen aenb hPhhen betrekkina op zwerfafval. Onderdeel a betreft het voorkomen of het beperken van zwerfafval Regels hieromtrent kunnen op diverse wijze worden gesteld. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent het direct veroorzaken van dit soort verontreiniging. Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen. lid vloeit voort uit artikel 10.25, onder b, Wm. De memorie hierover- "De onderdelen aenb hebben betrekking op zwerfafval. Onderdee/b befreff het opruimen van zwerfafval.Dit artikel is dus een uitwerking van artikel 10.25, onder b Wm in de vorm van een verplichting tot het reinigen of laten reinigen van de wegbij het. van zwerfafval. De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (bestuursdwang). PARAGRAAF 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN Artikel 26. Verbod opslag van afvalstoffen In artikel 10 25 onder c, Wm is de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artike in de afvalstoffenverordening. Bij de afvalstoffenverordening kunnen voortaan in ieder geval regels worden gesteld omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben ArUkelTo^ onder c, Wm geldt voor de opslag van alle afvalstoffen (zie ook de toelating btartikel i en artikel 27 van deze verordening). Net als bij de bepalingen over zwerfafval, die zijn gebaseerd op artikel 10.25, onder a en b, Wm is ook hier sprake van facultatief medebewind. Inde model-APV is een soortgelijke bepaling opgenomen. Op grond van het tweede lid kan het college ontheffingen verlenen op het verbod om onder andere afvalstoffen en alwSken op te slaan voor buiten de weg gelegen plaatsen Door heopn^en bepalinq in de model-afvalstoffenverordening is het artikel uit de model-APV - alleen - voor wat betreft het aanwijzen van plaatsen voor afvalstoffen en autowrakken komen te vervallen. Artikel 26 beooqt het belang van het milieu te beschermen. Ten aanzien van autowrakken die op de weg zijn geplaatst heeft het artikel in de APV een aanvullend motief op grond van de verkeersveiligheid. Artikel 27. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden Wettelijk regime autowrakken

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 107