Artikel 19. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de
inzameldienst
1Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen
aan een ander dan de inzameldienst.
2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.
PARAGRAAF 5. ZWERFAFVAL
Artikel 20. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
1Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een
inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de
bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een
wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
3. Het verbod is niet van toepassing op:
a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;
b. het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;
c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als
onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het
verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover het Besluit bodemkwaliteit of
het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.
Artikel 21. Achterlaten van straatafval
1Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te
maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken,
manden of soortgelijke voorwerpen.
2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van
gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of
soortgelijke voorwerpen.
Artikel 22. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
1Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te
doorzoeken en/of te verspreiden.
2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan,
te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen
waardoor er zwerfafval kan ontstaan.
Artikel 23. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter
plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk
zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;
b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige
constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of
voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;
c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder
geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de
naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover
kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 24. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal
onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te
6