h.
Artikel 13
i.
Artikel 14
j-
Artikel 15
k.
Artikel 18
I.
Artikel 19
m.
Artikel 20
n.
Artikel 21
Artikel 22
P-
Artikel 23
q-
Artikel 24
r.
Artikel 25
s.
Artikel 26
t.
Artikel 27
inzamelvoorzieningen op wijkniveau
Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een
brengdepot op lokaal of regionaal niveau
Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder
inzamelmiddel
Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de
inzameldienst
Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan
de inzameldienst
Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Achterlaten van straatafval
Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande
afvalstoffen
Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Verbod opslag van afvalstoffen
Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Artikel 29. Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn
belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.
Artikel 30. Inwerkingtreding
1 Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2009.
2 Hoofdstuk 4, afdeling 2 en hoofdstuk 4, afdeling 4, met uitzondering van de artikelen
4.4.5, 4.4.6 en 4.4.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2004 (APV 2004) wordt
per 1 mei 2009 ingetrokken.
Artikel 31. Overgangsbepaling
1 Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 30, tweede lid, blijven
- voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een
aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
2. Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 30, tweede lid, blijven
- voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een
ontheffing als bedoeld in deze verordening.
3 Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 30,
tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze
voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor
zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de
inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
4 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een
vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 30, tweede lid, is ingediend en
voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is
beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in
artikel 2 van deze verordening.
5. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een
ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 30, tweede lid, is ingediend en
voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is
beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in
deze verordening.
8
O.