Deze toelichting is een handleiding voor het gebruik van het model. Het gaat dus niet om een
toelichting die tegelijk met het besluit vastgesteld en gepubliceerd wordt. Mogelijk bevat
hoofdstuk 4 elementen die als zodanig kunnen dienen.
HOOFDSTUK 1. DE AFVALSTOFFENVERORDENING
1.1 INLEIDING
De VNG is al enige tijd actief bezig met vereenvoudiging en vermindering van regelgeving. In
mei 2007 is het project "Deregulering modelverordeningen" gestart. In dit kader zijn alle VNG
modelverordeningen beoordeeld op nut en noodzaak, administratieve lasten en
gebruiksvriendelijkheid. Tevens is bezien of er strijdigheid bestaat met de Europese
Dienstenrichtlijn [Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12
december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006],
die op 28 december 2006 in werking is getreden met als doel de nog bestaande
belemmeringen van het vrije verkeer van diensten op te heffen.
Bij de beoordeling van de afvalstoffenverordening is gebleken dat het vergunningstelsel
onnodig administratieve en bestuurlijke lasten veroorzaakt en dat herziening van het model
daarom wenselijk is.
1.2 GESCHIEDENIS: DE AFVALSTOFFENVERORDENING UIT DE MODEL-APV
In 2003 is in overleg met de sector BJZ, de coördinator van de model-APV, van de VNG
besloten om de afdeling 4.2 (de afvalstoffenverordening) uit de model-APV te halen.
Hiervoor zijn de volgende redenen aangevoerd.
1. Medebewind of autonomie
De model-APV is in het algemeen gebaseerd op de bevoegdheid van de gemeente om
onderwerpen die de gemeentelijke huishouding aangaan aanvullend te reguleren op grond
van artikel 149 Gemeentewet. Het opstellen van een afvalstoffenverordening vloeit echter
voort uit de wettelijke plicht voor gemeenten gebaseerd op artikel 10.23 Wm.
In afdeling 4.2 waren naast zogenaamde medebewindbepalingen ook een aantal autonome
bepalingen opgenomen. Door de verbreding van de grondslag van de
afvalstoffenverordening in het huidige artikel 10.23 Wm is de behoefte om autonome
bepalingen op te nemen in de afvalstoffenverordening nagenoeg beperkt. Op de verbreding
van de grondslag van de afvalstoffenverordening wordt nog teruggekomen.
2. Beheer van de afvalstoffenverordening
De model-APV wordt in het algemeen beheerd door de afdeling algemene of juridische
zaken bij gemeenten. De afvalstoffenverordening echter wordt doorgaans beheerd door de
afdeling milieu of openbare werken. Bovendien werken veel gemeenten al met een aparte
afvalstoffenverordening.
3. De omvang van afdeling 4.2. model-APV
De afvalstoffenverordening past - ook qua omvang - niet meer in de opzet van de model-
APV. De meeste onderwerpen zijn - in het kader van de aanvullende bevoegdheid op grond
van artikel 149 Gemeentewet - kort en bondig van aard. Een onderwerp wordt doorgaans
gereguleerd in één of soms enkele bepalingen. Afdeling 4.2 model-APV bestond uit 19
bepalingen.
Benadrukt moet worden dat het de gemeente vrij staat om de afvalstoffenverordening
onderdeel van de model-APV te laten uitmaken. Het vaststellen van een aparte
afvalstoffenverordening is niet wettelijk verplicht. In dit geval dient wel rekening te worden