Artikel 10.28 Wet milieubeheer
1Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het
opnemen in de verordening van een verplichting bestanddelen van huishoudelijke
afvalstoffen te brengen naar een daartoe beschikbaar gestelde plaats.
2. Bij de maatregel kan worden aangegeven op welke wijze de gemeenten er zorg voor
dragen dat plaatsen als bedoeld in het eerste lid, binnen de gemeente in voldoende mate
beschikbaar zijn.
3. Bij de maatregel kan worden bepaald dat de artikelen 10.21, eerste lid, en 10.24, eerste
lid, onder a, niet van toepassing zijn met betrekking tot de inzameling van de
bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, die zijn aangewezen krachtens het eerste
lid.
Parlementaire geschiedenis 10.28 Wet milieubeheer
De Memorie van Toelichting zegt over dit artikel het volgende.
"Aangegeven is al dat de gemeenten eigener beweging geen brengplicht kunnen opleggen
voor bestanddelen van het huishoudelijk afval.
2.3 ONTWIKKELINGEN
2.3.1 Intrekking regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij
elk perceel
In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) kan de raad op grond
van artikel 10.26 eerste lid, onder b, Wm bij verordening besluiten dat - in plaats van bij elk
perceel - nabij elk perceel wordt ingezameld. Gemeenten moeten daarbij wel voldoen aan
randvoorwaarden die zijn opgenomen in de "Regeling voorwaarden inzamelen
huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel". Deze regeling is in november 1998 in werking
getreden (zie ook artikel 10.26, vierde lid, Wm). Indien de raad besluit tot de inzameling nabij
elk perceel, is hij verplicht om de inspraakverordening toe te passen (zie artikel 10.26,
tweede lid, Wm). Daarnaast is het college verplicht om de inspecteur op de hoogte te stellen
van het voornemen tot dit besluit (zie artikel 10.26, derde lid, Wm).
In het kader van het project Herijking VROM-regelgeving, waarmee het ministerie van VROM
in 2003 van start is gegaan, is gezocht naar wettelijke regels die vanwege overbodige
bureaucratie of problemen met de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en fraudegevoeligheid
zouden moeten worden aangepast of afgeschaft.
Een van de herijkingsvoorstellen is dat de Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke
afvalstoffen nabij elk perceel zal worden ingetrokken. Uit het oogpunt van decentralisatie is
het dan niet noodzakelijk om te bepalen binnen welke maximale afstand van de perceelgrens
de gemeente moet zorgdragen voor de inzameling van huishoudelijk afval, indien het
inzameling nabij elk perceel betreft. De gemeente heeft hierin haar eigen beleidsvrijheid. Dit
wetsvoorstel is eind 2007 naar de Raad van State gestuurd. De Raad van State heeft in
maart 2008 neutraal geadviseerd.
2.3.2 Verruiming vrijstellingsmogelijkheden groente-, fruit- en tuinafval (GFT)
Op grond van artikel 10.21 van de Wm zijn gemeenten verplicht deze afvalstroom
gescheiden van het overige huishoudelijke afval in te zamelen. In artikel 10.26 Wm is een
aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen waarmee gemeenten binnen de gestelde kaders
kunnen afwijken van die verplichting.
Het gaat om de volgende vrijstellingsmogelijkheden die zijn opgenomen in artikel 10.26,
eerste lid Wm:
onderdeel a bepaalt dat huishoudelijk afval kan worden ingezameld nabij elk perceel,
onderdeel b bepaalt dat huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden ingezameld met een
bij de verordening aangegeven regelmaat, en