voor gemeenten om de GFT-inzameling voort te zetten. Tot slot wordt opgemerkt dat het
vergroten van de beleidsruimte van gemeenten ook past in het kabinetsbeleid van
deregulering, marktwerking en decentralisatie.
Naast de verruiming van de beleidsvrijheid voor gemeenten wordt tevens voorgesteld de
verplichting te schrappen om de VROM-Inspectie op de hoogte te stellen van het voornemen
van gemeenten om van de vrijheid gebruik te maken. Het is gebleken dat de inspectie (in het
kader van de taken van tweedelijnstoezicht) voldoende andere mogelijkheden heeft om zich
hierover te laten informeren.
HOOFDSTUK 3. DE DIENSTENRICHTLIJN
[Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006
betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006]
De Europese Dienstenrichtlijn is op 28 december 2006 in werking getreden met als doel de
nog bestaande belemmeringen van het vrije verkeer van diensten op te heffen. Zo is over de
vrijheid van vestiging (hoofdstuk 3) bepaald dat lidstaten de toegang tot of de uitoefening van
een dienstenactiviteit in beginsel niet afhankelijk mag stellen van een vergunningstelsel
(artikel 9). In hoofdstuk 4 van de richtlijn is bepaald dat het vrij verrichten van diensten niet
mag worden beperkt door het stellen van een vergunning- of inschrijvingseis (artikel 16 en
verder).
Ook voor gemeenten zal dit gevolgen hebben: zij moeten binnen 3 jaar door middel van een
screening nagaan of hun regelgeving in overeenstemming is met de bepaling van de richtlijn
en deze zonodig aanpassen.
Voor de afvalstoffenverordening heeft de VNG de screening gedaan. Daarbij is in beginsel
uitgegaan van de model-Afvalstoffenverordening 2003. Allereerst is gekeken of het
inzamelen van afval een dienst betreft, die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn valt.
Vervolgens is gekeken of het hanteren van een vergunningstelsel strijdig is en ten slotte is
beoordeeld of de vergunningvereisten in overeenstemming zijn met de Dienstenrichtlijn. De
uitkomst van de screening is dat de model-Afvalstoffenverordening in overeenstemming is
met de bepalingen van de richtlijn. Hieronder wordt uiteen gezet, hoe tot deze conclusie is
gekomen.
Stap 1: De reikwijdte van de Dienstenrichtlijn
Is afvalinzameling aan te merken als een dienst? Ja, want een dienst betreft elke
economische activiteit anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt,
zoals bedoeld in artikel 50 EG Verdrag. Echter, in artikel 2 (werkingssfeer), tweede lid,
aanhef en onder a van de Dienstenrichtlijn is bepaald dat "niet-economische diensten van
algemeen belang" buiten de werkingsfeer van de Dienstenrichtlijn vallen.
De term "(niet-ecomische) dienst van algemeen belang" is een Europeesrechtelijke term en
een precieze definitie bestaat niet. Hieronder vallen diensten waar een publiek belang mee is
gemoeid, waarvan de uitvoering bij wet worden geregeld, welke niet onder concurrentie
worden aangeboden op de markt, welke niet door een onderneming worden uitgevoerd en
waarbij daarom geen sprake is van een economische activiteit.
Zoals gezegd: De model-Afvalstoffenverordening organiseert inderdaad een "dienst",
namelijk het inzamelen van huishoudelijk afval. De verordening moet op grond van artikel
10.23, eerste lid, Wm verplicht door de raad worden ingesteld en dient ter waarborging van
een schone leefomgeving, een goede volksgezondheid en een zo min mogelijke belasting
van het milieu.