afwegingskader van alle lokale belangen. Uitgegaan wordt van een gelijkwaardigheid van
beide inzamelwijzen.
Eerste lid, onder c: Inzamelvoorziening op wijkniveau
Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan
glasbakken, textielbakken, en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen. De
voorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel of niet permanent aanwezig zijn.
Voorbeelden van dergelijke mobiele voorzieningen zijn de chemokar en "afvaleilanden" die
gedurende een bepaalde periode in de wijk aanwezig zijn. Het gebruik van de
wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen. In het
belang van de doelmatige verwijdering van kca, glas, oud papier en karton en textiel kan de
gemeente bepalen dat dit afval dient te worden gebracht naar een door de gemeente
aangewezen plaats.
Uitvoeringsbesluit op grond van het tweede lid
Het college kan bij uitvoeringsbesluit voor iedere gebruiker van een perceel per categorie
huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening wordt
ingezameld. De inzamelmiddelen kunnen van gemeentewege worden verstrekt of geplaatst,
of moeten door de burger zelf worden aangeschaft.
Bij dit uitvoeringsbesluit kan worden gedacht aan een overzicht van de gemeente, waarop is
aangegeven waar ingezameld wordt via inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel,
dan wel via inzamelvoorzieningen voor een groep gebruikers van percelen. Wat betreft de
inzamelvoorzieningen op wijkniveau (zoals glasbakken) en de brengdepots kan eventueel
worden volstaan met het aanwijzen van de categorie van huishoudelijk afval waarvoor de
voorziening is bestemd (dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van een pictogram op de
container). Het opstellen van een dergelijk overzicht is bewerkelijker naarmate de variatie in
inzamelmiddelen en -voorzieningen tussen gebruikers groter is.
Specifieke aanwijzing van de groep gebruikers van percelen die hun afvalstoffen via een
bepaalde inzamelvoorziening mogen (of moeten) aanbieden, kan van belang zijn om tegen
te gaan dat ook inwoners uit andere delen van de gemeente gebruik maken van de
inzamelvoorziening, met als gevolg bijvoorbeeld een (vroegtijdig) overvolle container.
Het aanwijzen van een groep gebruikers is noodzakelijk indien de afvalstoffenheffing binnen
de gemeente wordt gedifferentieerd naar het aanbod van afval.
Eisen aan het inzamelmiddel
Wanneer het inzamelmiddel niet door de gemeente wordt verstrekt, kan worden vereist dat
het inzamelmiddel aan bepaalde normen voldoet. Ook kan via deze bepaling worden
geregeld dat alleen huisvuilzakken met een gepatenteerde gemeentelijke opdruk mogen
worden gebruikt indien wordt gewerkt met een systeem van dure zakken als vorm van
tariefdifferentiatie. Voor bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen (bijvoorbeeld
asbest) kunnen specifieke eisen aan het inzamelmiddel worden gesteld.
Artikel 5. Frequentie van inzamelen
Wekelijkse inzamelfrequentie
De gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en
tuinafval bij elk perceel is op grond van artikel 10.21, eerste lid, respectievelijk tweede lid,
Wm gesteld op ten minste eenmaal per week. Artikel 10.21, eerste lid, Wm bepaalt dat de
gemeente, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, er voor zorg draagt dat ten
minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij elk binnen
haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. Op
grond van artikel 10.21, tweede lid, Wm wordt daarbij in ieder geval groente-, fruit- en
tuinafval afzonderlijk ingezameld.