Samenvatting
Hoofdstuk 1Inleiding
Een nota grondbeleid geeft de kaders van het te voeren grondbeleid weer.
Hoofdstuk 2. Kaderstellende taak van de gemeenteraad
Niet elk gemeenteraadlid heeft dezelfde informatiebehoefte. Ook is het niet de bedoeling de raad
te overvoeren met teveel detailinformatie. Daarom neemt de gemeenteraad alleen besluiten die zij
formeel gezien moet nemen en delegeert de overige, met name inhoudelijke, besluiten aan het
college. Besluiten die het college van B&W moet nemen gedurende het project worden veelal ter
kennisname aan de gemeenteraad voorgelegd.
Voor wat betreft de financiële verantwoording wordt de raad jaarlijks geïnformeerd door middel
van jaarlijkse herzieningen en paragrafen in de jaarrekening en de najaarsnota.
Hoofdstuk 3. Typen grondbeleid
Er zijn drie hoofdtypen grondbeleid (en vele tussenvormen). Gezien de financiële positie van de
gemeente Boarnsterhim zal de gemeente voornamelijk faciliterend grondbeleid voeren. In voorko
mende gevallen kan hiervan worden afgeweken. Dit zal met name het geval zijn bij situaties
waarbij de gemeente reeds eigenaar is van de grond.
Hoofdstuk 4. Grondexploitatiewet
Één van de grootste nadelen van faciliterend grondbeleid is de beperktheid van sturingsmiddelen
om de beleidsmatige doelstellingen te behalen (bijvoorbeeld sociale huisvesting). Dat betekent dat
er goede overeenkomsten moeten worden gesloten met de ontwikkelende partijen. Als stok ach
ter de deur bestaat nu de grondexploitatiewet. Deze wet geeft de gemeente de mogelijkheid om
door middel van het exploitatieplan (dat naast het bestemmingsplan functioneert) randvoorwaar
den te stellen en kostenverhaal te verzekeren. Hiertoe dient echter wel een spectrum aan maat
regelen te worden genomen. Dit betekent onder meer:
Het opstellen van een structuurvisie;
Het opstellen van een nota bovenwijkse voorzieningen;
Het opstellen van een nota plankosten.
Hoofdstuk 5. Afspraken over grondbeleid
Een aantal praktische zaken, voortkomend uit het grondbeleid, moeten worden vastgelegd:
Er dient een nota grondprijsbeleid te worden vastgesteld, waarbij de grondprijzen jaarlijks'
worden herijkt;
De specifieke eisen van gronduitgifte voor woningbouw worden per project door het col
lege vastgesteld;
Gronduitgifte van bedrijventerrein vindt plaats op basis van bestemmingsplaneisen;
Jaarlijks wordt de minimale risicoreserve vastgesteld;
op basis van in de nota grondbeleid opgenomen regels wordt binnen projecten winst en
verlies genomen en worden de projecten afgesloten;
de gemeente doet geen strategische grondaankopen, tenzij hiervoor zeer goede redenen
zijn en het risico volledig is afgedekt;
(niet stragegische) grondverwerving verloopt in principe via de minnelijke weg. Onteige
ning wordt slechts ingezet als laatste redmiddel;
de gemeente stelt een beheersplan op voor de gronden die in niet in aanmerking komen
voor verkoop;
gronden niet in exploitatie worden jaarlijks gewaardeerd.
Pagina 3
Nota grondbeleid Boarnsterhim 09-04 2009/bpav/3
