3 Budgettering planontwikkelingskosten
Om de (taakstellende) budgetten voor POK in de grondexploitatie te kunnen bepalen, dient er een
eenduidige normering te worden afgesproken. In dit hoofdstuk wordt een voorstel gedaan en
daarbij worden, op basis van ervaringcijfers, normen bepaald.
De gemeente Boarnsterhim heeft een te kleine omvang om zelf voldoende ervaringscijfers te heb
ben vanuit projecten. Om toch algemene normen te kunnen bepalen is gekeken naar ervaringscij
fers van vergelijkbare gemeenten. In de onderstaande tabel zijn normen opgenomen voor projec
ten waarbij er sprake is van een gemeentelijke grondexploitatie. Daarbij is onderscheid gemaakt
tussen woningbouwprojecten en bedrijventerreinen. De normen zijn bedoeld voor projecten in
vooral de definitie, ontwerp en uitvoeringsfase. De planeconoom stelt in overleg met de project
leider per project vast of de normen worden gehanteerd. Op basis van urenramingen per afdeling
en per activiteit kunnen ook plankosten bepaald worden. De normen worden dan als toetsingska
der gebruikt. Deze normen zijn afkomstig van grotere projecten (meer dan 50 woningen). Er dient
altijd kritisch te worden gekeken naar de toepasbaarheid van de geldende kengetallen.
Tabel 4. Normen POK per type project
Planontwikkelingskos- Woning- Bedrijventer- Herstructure-
ten bouw rein ring
Verwervinq
2,00%
2,00%
2,00%
over verwervin-
gen
BOP begeleiding uitgif
te particulier
3,00%
3,00%
3,00%
over grondop-
brengsten
BOP begeleiding uitgif
te projectmatig
1,00%
1,00%
1,00%
over grondop-
brengsten
OD Beheers- en admi
nistratiekosten
2,25%
2,25%
2,25%
gerelateerd aan
investeringen
Overige POK7
25,0%
23,5%
28,5%
over BWRM
Let op: aangezien de percentages voor verwerving, uitgifte en overige planontwikkelingskosten
op verschillende grondslagen zijn gebaseerd, kunnen deze niet worden opgeteld.
Indien er sprake is van een complexe opgave of een langere looptijd zal het benodigde budget
hoger zijn. Bij herstructureringsprojecten zal dit bijvoorbeeld het geval zijn. De planontwikkelings
kosten van deze projecten dienen zoveel mogelijk door middel van urenramingen te worden on
derbouwd.
Ten behoeve van de beheersing van de budgetten is het wenselijk om de overige POK (respectie
velijk 25%, 23,5% en 28,5%) nader te specificeren. Bijlage 1 bevat een nadere onderverdeling
van de normen per planfase en per afdeling.
Voorstel:
Het hanteren van de bovengenoemde normen ten behoeve van de bepaling van de taakstellende
budgetten van POK binnen de grondexploitaties van de gemeente Boarnsterhim.
Pagina 11
7 Uit de VNG brochure 'Van grondbeleid naar Grondexploitatie' van juli 1993 is een richtlijn van 22% van de kosten bouw- en woonrijpmaken
gegeven. Deze richtlijn is destijds tevens als norm opgenomen voor het verkrijgen van Besluit Locatiegebonden Subsidies. In de praktijk
hebben vee gemeenten de norm inmiddels verhoogd door toegenomen ontwikkelingskosten. Het is moeilijk de percentages te vergelijken
indien onbekend is op welke wijze de percentages zijn bepaald. Om toch een richtlijn te geven: Almere 30%, Appingedam 25%, Dordrecht
25%, Enschede 30%, Groningen ca. 40% (inclusief kosten overhead), kampen 25%, Leeuwarden 32%, tot 42%, Leiden 26% en Nieuwer-
kerk aan de IJssel 26%
nota planontwikkelingskosten 09-04 2009/bpjr/11