Te belasten objecten
Hiermee is het rechtsgebied waarop een precariobelasting zich kan richten beperkt tot genoemde
voorwerpen op de desbetreffende plaatsen indien de gemeente het hebben van voorwerpen daar
verbiedt. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een wettelijke plicht tot gedogen, er kan sprake zijn
van erfpacht of er kan sprake zijn van een overeenkomst, concessie of erfdienstbaarheid waar
door het niet mogelijk is om precariobelasting te heffen. Zo is thans al in de Telecommunicatie
wet bepaald dat de gemeente kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of
omroepnetwerk moet gedogen. Hiermee is het belastinggebied ten aanzien van een precariobelas
ting sterk beperkt en richt zich uiteindelijk tot bijvoorbeeld reclamevoorwerpen aan de gevel, uit
gestalde verkoopwaar en of aanwezige terrassen indien niet een uitsluitinggrond, zoals hiervoor
weergegeven, aanwezig is. Een eerste aanzet tot inventarisatie van eventueel te belasten "voor
werpen" zou een mogelijke keus tot invoering van een precariobelasting vereenvoudigen. Hierbij
is het van belang dat op basis van het schouwen van de gemeente een beeld kan worden ge
vormd over de mogelijke omvang van de te belasten voorwerpen en of het loont als inkomsten
bron van de gemeente. Temeer daar thans kabels, leidingen, etc. vrijgesteld worden is het gebied
waarop uiteindelijk de belasting zich richt sterk beperkt tot de horeca- recreatieondernemers, de
middenstand en mogelijk de bouwbedrijven. Deze laatste categorie maakt het wel noodzakelijk
dat toezicht op het kort dan wel meer langdurig gebruik van gemeentegrond stringent wordt uit
gevoerd. Een arbeidsintensief proces en in de praktijk slecht uitvoerbaar. Hiermee richt een in te
voeren precariobelasting zich uiteindelijk tot een beperkte categorie zijnde horeca- c.q recreatie
ondernemers en de lokale middenstand.
Gelet op de structuur van de gemeente (plattelandsgemeente) is het aantal direct te belasten fei
ten beperkt. Een inventarisatie in Friesland heeft opgeleverd dat het gros van de gemeenten een
precariobelasting heft indien sprake is van de aanwezigheid van een "stadsomgeving" (terrassen,
uitgestalde winkelwaar, markten, etc.) in combinatie met het belasten van ondergrondse leidin
gen en kabels. Zoals al gememoreerd vervalt voor deze laatste categorie de grondslag tot opna
me als belastbaar feit. Om vooraf inzicht te kunnen verkrijgen in de kosten- batenanalyse is aan
sluiting gezocht op basis van het aantal afgegeven "horecavergunningen" en een schatting van
het aantal middenstanders dat mogelijk in aanmerking komt. Dit aantal bedraagt in totaal 35
waarvan slechts 8 mogelijk als terras in aanmerking komen. Uitgaand van het hoogste tarief het
geen thans in Friesland van toepassing is komen we hiermee op een opbrengst van 1.706,25
(35 x 48,75). Ten aanzien van de reclameborden kan deze opbrengst mogelijk worden ver
hoogd met 1.212,75 (15 x 80,85) hetgeen resulteert in een totale opbrengst van
2.919,00. Daarentegen staan voor het eerste jaar de inventarisatie, inrichting- en aanpassing
software in samenhang met een op te zetten communicatieplan begroot op 4.500,-. De jaar
lijkse exploitatie bedraagt ruim 2.800,-. In de hiervoor genoemde kostenanalyse is de inzet van
handhaving en mogelijk te verwachten bezwaar- en beroepsprocedures niet opgenomen.
Alternatieven
Een andere mogelijkheid is het "doorspitten" van de thans aanwezige "niet vergunde gedoogsitu
aties". Hiermee wordt de aanwezige vergunningensystematiek in de gemeente geëgaliseerd en is
de kans op onevenredige verschil (tarief, wijze van uitvoer) nihil. De uitvoer kan mogelijk in eigen
beheer (afhankelijk van nader advies van de vakafdeling) worden uitgevoerd en gefaseerd plaats
vinden. Bij een invoering van een precariobelasting daarentegen is een inventarisatie op alle te be
lasten objecten gelijktijdig noodzakelijk ter voorkoming van onevenwichtigheden in de uitvoer die
tot gevolg kan hebben dat een in te stellen belastingverordening onverbindend wordt verklaard.
Pagina 2
2 04 raadsvoorstel precariobelasiing 2009/odjb/2