De afgelopen jaren (2005 t/m 2008) laten de jaarrekeningresultaten van de gemeente een nadelig saldo zien. Hierdoor is de omvang van de algemene reserve ultimo 2008 reeds fors negatief. De algemene reserve wordt bij ongewijzigd beleid in de komende jaren steeds meer negatief door de elk jaar terugkerende tekorten. Tijdens de artikel 1 2-status wordt onder meer gekeken naar de oorzaken van het ontstaan van de negatieve reserve. Dit zou kunnen leiden tot correcties. De las ten voortvloeiend uit het wegwerken van de (gecorrigeerde) negatieve reserve zullen in maximaal 5 jaar bij het relevante tekort (zie onderdeel iflo van dit voorstel) worden betrokken. De perspectieven voor 2010-2013 zoals onder andere opgenomen in de voorjaarsnota 2009 en daarna in de programmabegroting 2010-2013, en doorgerekend naar 2014/2015, leveren meer jarig een aanmerkelijk en structureel begrotingstekort (zie onderstaand schema) op. De meerjarencijfers zien er als volgt uit: 2010 2011 2012 2013 2014 Begrotingste 15,3 mil- 14,4 mil- 10,1 mil- 9,2 mil- 9,7 mil- kort joen joen joen joen joen Mogelijke ontwikkeling 2011 Hoe de omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zich vanaf 2011 gaat ontwik kelen is niet duidelijk. De laatste berichten melden een aanzienlijke daling van de uitkering van mogelijk 20 procent, hetgeen voor onze gemeente een aderlating van ca. 3 miljoen zou betekenen. Op het moment dat de ontwikkelingen in de algemene uitkering zich inderdaad in die omvang gaan voordoen, is aanpassing van het meerjarenperspectief nodig. In de cijfers van dit moment is daarmee nog geen rekening gehouden. Pre fase artikel 12 In de raadsvergadering van 21 april 2009 is besloten voorbereidingen te treffen voor een aan vraag om een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds op grond van artikel 12 van de Finan ciële verhoudingswet (Fvw) met ingang van 2010. Daarbij is aangegeven dat het jaar 2009 het predicaat van 'pre fase artikel-1 2 status' heeft gekregen. In deze fase is gestart met een tripartite overleg Rijk-Provincie-Gemeente. Daarin wordt het Rijk vertegenwoordigd door de inspecteur fi nanciën lokale en provinciale verheden (IFLO) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Ko ninkrijksrelaties, de Provincie door de toezichthouders en de gemeente door de projectleider arti kel 1 2 en de externe adviseur. Genoemd overleg heeft als doel het grondig voorbereiden van de artikel 1 2-aanvraag en het zo goed mogelijk bepalen van de omvang van het relevante begrotingstekort zoals het Rijk hanteert (zie ook onderdeel IFLO van dit voorstel). Een en ander om daarna snellere besluitvorming te laten plaatsvinden over de aanvraag en in het verlengde daarvan over omvang en datum van de aan vullende uitkering. Voorwaarde daarbij is dat de gemeente daadwerkelijk aanvangt met een rigou reus proces tot financieel herstel: van saneringsvisie tot saneringsplan, van saneringsplan tot sa neringsbegroting. In dit overleg is gebleken dat maatregelen, die op korte termijn reeds effectief zijn, buitengewoon wenselijk zijn. Daarbij gaat het om maatregelen met structurele werking. De gemeente moet zelf zorg dragen voor het zo spoedig mogelijk weer in evenwicht brengen van de inkomsten en uitga ven. Daarin wordt niet bijgedragen door het Rijk. Bij op korte termijn werkende maatregelen gaan onze gedachten uit naar verhoging van de OZB met een percentage van 7 Dit gaat om een extra aanpassing van de tarieven, die volgt op de in de begroting voorziene trendmatige (2%) verhoging van de tarieven. Ook achten wij het mogelijk op korte termijn de effecten van de ver- 2015 4,9 mil joen Pagina 2 3 06.3 Rvst fin. herstel okt. 09/odgk/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 67