Vervolg
-3-
Pas op 5 maait 2007 is het ingediende plan besproken. Hierbij heeft de wethouder aangegeven dat
het ingediende plan niet compleet was en dat nog stukken moesten worden aangeleverd. Er wad
nagelaten precies aan te geven welke stukken ontbraken voor een verzoek aan de provincie voor
de artikel 19 procedure. Na dringend overleg zijn, op aangeven van uw organisatie, nog meerdere
«Iran klaargemaakt die van belang waren voor het kunnen indienen van een verzoek tot een
vrijstellingsprocedure. Uw raad heeft in een zitting van 12 juni 2007 aangegeven achter de
plannen te staan.
Onder druk van een raadsmotie is het voorstel per 12 juni 2007 door de wethouder aan de raad
voorgelegd met een negatief advies en een zeer negatieve grondtoon. De gehele raad was positief
over het plan in tegenstelling tot de negatieve opstelling van het voorstel van de wethouder. Vele
zaken waren in het voorstel niet juist weergegeven of al lang achterhaald, waarbij alle raadsleden
aangaven dat de toonzetting te negatief is.
Volgens een raadslid: "Er is een raadsbreed verschil van inzicht met de wethouder over de
toonzetting van het stuk. Er moet een aangepast voorstel komen met een positieve toon.
Want het raadsvoorstel gaat naar de provincie voor een aanvraag van geen bezwaar".
Het amendement "betrek de ondernemers bij het overleg met de provincie" vindt het raadslid
overbodig daar hij er normaal van uitgaat dat de ondernemers bij dit overleg betrokken worden.
Op 6 november deelt de wethouder de raad mee dat zij de provincie heeft gevraagd voor een pre
advies en bij schrijven van 9 november wordt dit de initiatiefnemers meegedeeld. Bij schrijven
van 14 december 2007 deelt het college mede dat de beslissingstermijn wordt opgeschort voor de
aanvraag artikel 19 procedure.
In de raadsvergadering van 8 januari deelt de wethouder de raad nog mee dat zij voor eind januari
een reactie van de provincie verwacht
In de week van 21 januari 2008 werd ons bekend dat op vrijdag 18 januari, op verzoek van de
gemeente, overleg heeft plaatsgevonden tussen de provincie en de gemeente zonder dat de
ondernemers er in zijn gekend. Enkele ondernemers hebben daarop persoonlijk gereageerd naar
de gedeputeerden met het verzoek om overleg. Op 25 januari ontvangen de ondernemers van de
provincie een verzoek voor een gesprek op 7 februari met gedeputeerde Andriesen.
Voor de besprekingen willen de ondernemers graag de gedeputeerde uitleg geven over het
ontstaan van de plannen en de mogelijkheden voor het dorp naar de toekomst toe. Voordat de
ondernemers de ideeën en plannen kunnen presenteren deelt gedeputeerde Andriesen de
ondernemers mee dat het bedrijvenpark door de provincie is afgewezen.
Volgens gedeputeerde Andriesen was reeds, volgens het oude streekplan in 2003, een
bedrijventerrein bij kleine dorpen uitgesloten. Verbouw en nieuwbouw van bedrijven in de
dorpen is alleen mogelijk in het dorp en bij hoogste uitzondering tegen de bestaande bebouwing
aan. Dit alles alleen voor eigen inwoners en nooit voor kleine ondernemers uit andere dorpen
zoals Raerd en Wijtgaaid aldus de gedeputeerde.
Het was een particulier initiatief en de ondernemers stonden ook voor alle kosten ter realiseren
van het plan. Zij waren ook overtuigd van de financiële haalbaarheid. Na het voorstel van
21 september 2004, waarin het college heeft aangegeven bij de provincie te hebben geïnformeerd
naar de mogelijkheid ter realisering, hebben de ondernemers alles gedaan de realisering ook
gestalte te geven. Het raadsvoorstel van 21 september 2004 alsook het vervolg hierop wekte het
vertrouwen bij de ondernemers dat de provincie akkoord was. De Leeuwarder
Courant gaf in zijn berichtgeving hier duidelijk aan wat ieder kon en mocht lezen uit het
raadsvoorstel en de toezeggingen van het college (bijlage 9 LC van 1 september 2004). Het
aantrekken van deskundigen is noodzakelijk daar een plan aan vele eisen moet voldoen.