BOARNSTERHIM
gemeente
BESLUITVORMEN D RAADSVOORSTEL
Status:
meningsvormend
Raadsvergadering
8 december 2009
Agendapunt
3.3
Eerdere behandeling
-
Portefeuillehouder
wethouder F.A.J.M. van Beek
Behandelend ambtenaar
M. Kaspers
telefoon: 0566-629313, e-mail: kaspersm@boarnsterhim.nl
Onderwerp:
Advies betreffende de aanvraag om vergoeding van schade als bedoeld in artikel 49 (oud) WRO
Wartensterdyk 6 te Wergea.
Programma:
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ontwikkelingen
Product:
BLP088 Planschade ex afdeling 6.1 Wro
Voorstel:
Wijs de ingediende aanvraag om vergoeding van planschade als bedoeld in artikel 49 WRO (oud)
Wartensterdyk 6 te Wergea af.
Inleiding:
Op 10 mei 2004 is een aanvraag voor planschade binnengekomen. De aanvraag had betrekking
op de voorgenomen aanleg van de vaarroute, genaamd "Staande Mastroute" ten oosten van
Wergea. Door aanvrager is gesteld dat door de realisering van een oostelijk tracé om Wergea het
in zijn eigendom zijnde object in waarde is gedaald. Een onderzoek hiertoe dient te worden uitge
voerd door een onafhankelijke schadebeoordelingscommissie. Oktober 2005 hebben adviesbu
reau vastgoedzaken Steendam en SAOZ advies uitgebracht.
Het is na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan "Staande Mastroute" duidelijk ge
worden dat afgestapt wordt van de verdere ontwikkeling van het tracé aan de oostzijde van Wer
gea en dat in plaats daarvan een westelijk tracé in beeld is gekomen. Vanwege de op dat tijdstip
al bestaande onzekerheid over de realisatie van de vaarroute langs de oostzijde heeft de SAOZ op
basis van jurisprudentie geconcludeerd dat de aanvraag aangehouden moet worden tot het mo
ment dat planologische zekerheid is verkregen dat de realisatie niet zal plaatsvinden. De gemeen
teraad heeft op 21 maart 2006 hiermee ingestemd.
Het bestemmingsplan voor het vervangende tracé aan de westzijde is onherroepelijk en gereali
seerd. Het bestemmingsplan "Staande Mastroute, voormalig tracé Wergea Oost", voor het terug
brengen van de gronden in het oostelijk tracé naar de voordien van kracht zijnde bestemmingen is
onherroepelijk en is tevens opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. Nu de thans ver
wachte planologische situatie is ontstaan hebben we de aanvraag weer in behandeling. Op 3 juni
2009 is aan SAOZ de opdracht gegund om de aanvraag inhoudelijk te beoordelen. Er is sprake
van een derde belanghebbende in de zin van artikel 49a WRO, te weten de Provincie Fryslân, af-
3 03 Raadsvoorstel afwijzing/bpmk/1