BOARNSTERHIM
gemeente
COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN
Aan de Raad en
Burgemeester en wethouders van de
gemeente Boarnsterhim
Advies betreffende het door de heer P. Wielinga ingediende bezwaarschrift d.d. 27 juni 2009,
ingekomen dezelfde datum, dat is gericht tegen de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009, namens
Burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim, waarin wordt meegedeeld dat het tarief
voor het pontabonnement op basis van de vastgesteld verordening 500,- bedraagt.
Feiten
De Raad van de gemeente Boarnsterhim (hierna: de Raad) heeft op 26 mei 2009 de "Verordening op de
heffing en invordering van veergeld 2009" (hierna: verordening) vastgesteld.
Bij brief van 4 juni 2009 is voornoemd besluit aan de heer P. Wielinga (hierna: bezwaarmaker)
meegedeeld en is bezwaarde verzocht het bijgevoegde aanvraagformulier voor een abonnement in te
vullen en te retourneren.
In de brief van 23 juni 2009 hebben burgemeester en wethouders aan bezwaarde meegedeeld dat is
geconstateerd dat bij de brief van 4 juni 2009 een foutief aanvraagformulier was gevoegd. In de brief
wordt verder gesteld dat bezwaarmaker er om die reden waarschijnlijk ten onrechte vanuit is gegaan dat
het tarief voor het pontabonnement 250,- bedraagt.
Bij brief van 27 juni 2009, ingekomen dezelfde datum, heeft bezwaarmaker bezwaar aangetekend tegen
de brieven van 4 juni 2009 en 23 juni 2009.
Inhoud bezwaar
Bezwaarmaker maakt bezwaar tegen het feit dat hij 500,- in plaats van 250,- moet betalen voor een
abonnement. Ook verkeert bezwaarmaker in verwarring door de onduidelijkheid in de brieven van 4 juni
2009 en 23 juni 2009.
Ontvankelijkheid
Alvorens kan worden overgegaan tot de inhoudelijke beoordeling van de bezwaren dient vast te staan dat
sprake is van een ontvankelijk bezwaarschrift. Dienaangaande overweegt de Commissie dat artikel 7:1, lid
1, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat degene aan wie het recht is toegekend tegen een
besluit beroep in te stellen, alvorens beroep in te stellen, tegen dat besluit bezwaar dient te maken.
Op grond van artikel 7:1 jo. 8:1 Awb kan uitsluitend bezwaar worden aangetekend tegen een besluit.
Artikel 8:2, sub a, Awb bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een
algemeen verbindend voorschrift. Uit jurisprudentie volgt dat onder een algemeen verbindend voorschrift
moet worden verstaan; een naar buiten werkende, voor de daarbij betrokkenen bindende (algemene)
regel, uitgegaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent. Een
verordening is in ieder geval een algemeen verbindend voorschrift. In het onderhavige geval is het
bezwaar gericht tegen de vaststelling van een tarief in een verordening. Hieruit vloeit voort dat het
bezwaar dat is gericht tegen de vaststelling van het tarief in de verordening niet-ontvankelijk is.
Voor zover het bezwaar is gericht tegen de brieven namens burgemeester en wethouders van 4 juni 2009
en 23 juni 2009 overweegt de Commissie dat deze brieven niet als voor bezwaar en beroep vatbare
besluiten kunnen worden aangemerkt.
Advies Wielinga oktober 2009