De vaartijden belopen ruim 108 uur per week. Kort gezegd komt het er op neer dat de pont de
gehele dag en avond vaart (met uitzondering van enkele pauzes voor de schipper). In de weeken
den, op vrijdag- en zaterdagavond, vaart de pont tot 02.00 uur 's nachts.
Daarnaast is enige verduidelijking aangebracht ten aanzien van de hulpverleningsdiensten.
Zienswijzen
Er zijn zienswijzen binnengekomen.
In de eerste zienswijze van Coöperatie de Burd wordt naar voren gebracht dat het inkorten van
de vaaruren geen optie is en dat inkrimping van de vaaruren onbespreekbaar is tenzij wij de roei-
schouwtjes weer in de vaart brengen. Wij achten deze opvatting van Coöperatie de Burd niet re-
eel. Dit betekent dat wij de opvatting hierover niet delen.
Daarnaast zijn bij de zienswijze een 3-tal bijlagen gevoegd die volgens Coöperatie de Burd niet
mogen ontbreken. De eerste bijlage betreft een overeenkomst uit 1960 waarin de toenmalige
gemeente Idaarderadeel voor de som van 1 gulden destijds het eigendom, beheer en onderhoud
van de veerpont overnam van het waterschap De Bird. Dat deze overeenkomst belangrijk zou zijn
voor de onderliggende concept beheerverordening blijkt ons inziens niet. Uit deze overeenkomst
blijkt niet dat er geen aanpassing van vaartijden mogelijk is. De tweede bijlage betreft de over
eenkomst tussen de provincie Fryslân en onze gemeente omtrent een provinciale bijdrage. Ons
inziens is dit document afgesloten tussen voornoemde partijen waar derden (waaronder Coöpera
tie de Burd) geen rechten aan kunnen ontlenen. In dat licht is er ons inziens geen verband tussen
de concept beheerverordening en deze overeenkomst. De derde bijlage betreft een paragraaf uit
het rapport van de rekenkamercommissie waarin wordt ingegaan op het normenkader en de
zorgplicht vanuit het juridisch perspectief. Het betreft hier een omschrijving van de juridische sta
tus van de veerpont waarbij niet is gezegd dat er geen beheerverordening kan worden opgesteld.
Er wordt juist gesteld dat de gemeente enige speelruimte heeft om bijvoorbeeld de vaartijden van
de veerpont in te vullen. Ook in deze bijlage zien wij geen verband met de conceptbeheerveror-
dening.
Samengevat zijn wij van mening dat voornoemde zienswijze ons geen aanleiding geeft tot aan
passing van de (concept)beheerverordening.
De tweede zienswijze is afkomstig van de heer L.D. Hania die opmerkt dat zowel de vaaruren als
de vaste bijdrage vallen onder de overgangsbepalingen zoals deze zijn omschreven in het rapport
van de rekenkamercommissie. Hij merkt op dat het overgangsrecht niet valt onder de verorde
ningsfeer en dat over overgangsmaatregelen wordt onderhandeld. En hij verzoekt hierover een
gesprek. Overgangsrecht wordt altijd bij wet geregeld en wordt niet door de rekenkamercommis
sie vastgesteld. Zij formuleren slechts aanbevelingen. Gelet hierop achten wij het niet relevant
om hierover met de heer L.D. Hania in overleg te treden.
Samengevat zijn wij van mening dat voornoemde zienswijze ons geen aanleiding geeft tot aan
passing van de (concept)beheerverordening.
In de derde zienswijze, die van de Burdorganisaties van 6 december 2009, worden een 12-tal
punten naar voren gebracht. Na onderzoek zijn wij van mening dat slechts 3 punten aangemerkt
kunnen worden als een zienswijze met betrekking tot de concept beheerverordening. Deze zullen
derhalve hierna puntsgewijs worden toegelicht. Daarnaast geven de Burdorganisaties hun mening
over een aantal zaken die betrekking hebben op de door uw raad vast te stellen belastingverorde
ning op de heffing en invordering van veergeld 2010. Aangezien deze verordening niet voor in
spraak ter inzage is gelegd gaan wij niet nader in op deze opvattingen van de Burdorganisaties.
2 02 RV beheer en belastingverordening de Burd/owjt/2