Wij hebben de overtuiging dat de uitslagen van de door de plaatselijke belangen gehouden enquê tes in combinatie met de resultaten van de gespreksavonden een behoorlijk representatief beeld geven van de gevoelens van onze inwoners ten aanzien van de toekomst van Boarnsterhim. Tijdens die gespreksavonden is door verschillende inwoners het zelfstandig kunnen blijven van de gemeente aan de orde gesteld. Dat gebeurde weliswaar vanuit de onderkenning van het feit, dat de gemeente een zeer moeilijke financiële situatie kent, maar vond zijn voeding in o.a. de gedach te, dat de gemeente op termijn weer een solide financiële huishouding zou kennen. In het vervolg van dit voorstel komen wij daarop nog terug. Daarnaast werd de gedachte om zelfstandig te kunnen blijven bij hen gevoed door het gegeven dat verschillende gemeenten van dezelfde om vang als onze gemeente een gezond financieel beeld kennen. En misschien de belangrijkste voe dingsbron van de wens om zelfstandig te blijven is gewoon het gegeven dat Boarnsterhim een prachtige woongemeente is met volop kansen voor economische, toeristisch recreatieve, agrari sche en landschappelijke ontwikkelingen. Toch waren deze geluiden verre in de minderheid ten opzichte van de stemmen, die vinden dat de gemeente niet zelfstandig moet blijven. Zij, die vinden, dat de gemeente niet zelfstandig moet blijven, baseren hun standpunt vooral op de financiële situatie, waarin de gemeente verkeert, en het mede daardoor in de toekomst niet in staat zijn voldoende bestuurskrachtig te kunnen opereren om aan de gerechtvaardigde wensen van de samenleving vorm en inhoud te geven. In verschillende uitspraken bleek grote zorg over het in een situatie van zelfstandig voortbestaan kunnen behouden van het voorzieningenniveau, waaronder in het bijzonder ook de sociale voorzieningen. De inwoners denken dan met name aan de uitvoering van de W.M.O. Vaak gingen de opvattingen van deze inwoners vergezeld van dui delijke uitspraken over de oriëntatie van hun woonplaats op een andere gemeente. Dat betekende dat tijdens de gespreksavonden de discussie meestal zich meer bewoog in de richting van popu lair gezegd "waar willen we naar toe". En dat heeft een uiteenlopend beeld opgeleverd. Hoe lijkt dat beeld er uit te zien. We hebben gemerkt dat deze inwoners (zij, die voor een herinde ling zijn) zich vooral hebben gericht op de herindelingsvariant met Leeuwarden en Heerenveen, mogelijk gepaard gaande met enige grenscorrecties. Wij vatten het beeld samen als volgt: - Het noordwestelijk deel van het grondgebied van de gemeente lijkt overwegend te kiezen voor een herindeling met Leeuwarden. Daarbij zijn enige wensen ter tafel gekomen. Zo geeft het noordelijke deel van dit gebied aan er aan te hechten dat Wergea, Warten, War- stiens en de Alde Feanen in de toekomst bij elkaar zouden moeten blijven en dus geza menlijk onderdeel van een nieuwe gemeente zullen moeten gaan uitmaken. Voor een deel van dit gebied (de Lege Geaën) geven de inwoners aan dat er sprake is van een stevige oriëntatie op de huidige gemeente Sneek, in het bijzonder de stad. De dorpen Jirnsum en Raerd geven een verschillend beeld te zien. - Het zuidoostelijke deel van het grondgebied geeft een uiteenlopend beeld te zien. Terherne kiest in grote meerderheid voor een opgaan in de gemeente Skarsterlan. In Akkrum is sprake van behoorlijke verdeeldheid. Een belangrijk deel van de bevolking kiest voor een samengaan met Heerenveen. Maar in Akkrum gaan ook veel stemmen op, die wijzen in de richting van Skarsterlan. Aldeboarn tenslotte lijkt een voorkeur te hebben voor aansluiting bij Opsterland. - Tijdens de inspraakavond voor de koepelorganisaties hebben de verschillende insprekers aangegeven overwegend voorstander te zijn van herindeling. Hun focus was daarbij van zelfsprekend minder gericht op het uitspreken van een voorkeur voor een herindelingspart ner. Pagina 2 2 01 Raadsvoorstel besluit herindeling/odlb/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2009 | | pagina 3