belang van duurzame arbeidsparticipatie van de jongere heeft in deze geprevaleerd
boven het als maatregelwaardig aanmerken van de bovengenoemde gedragingen.
Deze verordening WIJ heeft al met al dus een beperkter strekking en reikwijdte dan die
van de WWB en wijkt daarom af waar het de omschreven maatregelwaardige
gedragingen betreft.
Verlaqen is maatwerk
Hoewel de gemeenteraad de regels stelt over het verlagen van de inkomensvoorziening,
is het verlagen van de inkomensvoorziening een vorm van maatwerk, waarmee het
college is belast (zie ook Kamerstukken II 2008-2009, 31 775, nr. 7, p. 27). Evenals dat
binnen de kaders van de WWB het geval is, moet de maatregel afgestemd te worden op
de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de
jongere. Het uitgangspunt wordt gevormd door de regels die ter zake door de
gemeenteraad zijn gesteld. In de verordening zijn de gedragingen die een schending van
de verplichtingen opleveren genormeerd. Die normering is echter niet absoluut Zowel in
de ernst van de gedraging als de mate van verwijtbaarheid of de omstandigheden van de
jongere kan aanleiding worden gevonden om van de standaardmaatregel af te wijken
Ontbreekt elke vorm van verwijtbaarheid, dan is het college echter zonder meer verplicht
om van verlaging af te zien (artikel 41, tweede lid, WIJ). Vanwege het karakter van de
inkomensvoorziening als minimuminkomen is tevens bepaald dat binnen drie maanden
heroverweging van de verlaging plaatsvindt. Daarmee wordt gewaarborgd dat de
verlaging ook afgestemd blijft op de omstandigheden van de jongere en deze niet
onaanvaardbaar lang over een te laag inkomen blijft beschikken.
Berekeningsgrondslag en duur van de maatregel
De maatregel wordt in deze verordening toegepast op de toepasselijke WIJ-norm.
Ingegeven door overwegingen van uitvoerbaarheid, zou de gedachte kunnen rijzen dat
het noemen van vaste bedragen in de verordening wellicht handiger zou zijn. Daar
teqenover staat echter dat dit spoedig tot vormen van rechtsongelijkheid en
disproportionaliteit kan leiden. Een maatregel van 250,- betekent voor een 20-jar.ge
een verlies van vrijwel de volledige inkomensvoorziening, terwijl dit voor een 21-jarige
verhoudingsgewijs een veel minder groot aandeel betreft. Bovendien roept het verlagen
van de inkomensvoorziening met een vast bedrag ook het beeld op van een boete. Mede
om die redenen is de maatregel in deze verordening gerelateerd aan de toepasselijke
Bworôtgekozen voor een maand als de reguliere duur van de maatregel. Bij recidive
geldt als regel dat deze duur verdubbeld wordt. Voor schending van de inl.cht.ngenpl.cht
is dit expliciet opengelaten, zodat ook eenvoudig gekozen kan worden voor verdubbeling
van het percentage.
De term 'maatregel' Het verlagen van de inkomensvoorziening op grond van het feit dat
de belanghebbende zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate is nagekomen wordt
in de WIJ aangeduid als het verlagen van de inkomensvoorziening. Gebruikelijk onder
gemeenten is echter de term 'maatregel'. Daarmee wordt niet alleen aangesloten bij het
spraakgebruik dat ook binnen de bijstandspraktijk gangbaar is, maar wordt ook het
corrigerende karakter ervan benadrukt. Om die reden is in de verordening de term
'maatregel' gebruikt om een verlaging aan te duiden.
8