organisatiebrede - risicoinventarisatie echter noodzakelijk. Op basis van de huidige inzichten kan
'slechts' een redelijk onderbouwde inschatting worden gedaan."
Geconcludeerd kan worden dat er geen deugdelijke onderbouwing bestaat van het benodigde
weerstandsvermogen van de MAD.
Het weerstandsvermogen bestaat uit:
a. de weerstandscapaciteit, zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente be
schikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
b. een inschatting van de risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van mate
riele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Schematisch kan dit als volgt worden weergegeven:
RiëièWsïfïS
In de notitie van de MAD wordt nader ingegaan op de weerstandscapaciteit, specifiek op de inci
dentele weerstandscapaciteit. Volgens de MAD wordt de incidentele weerstandscapaciteit be
paald door de stand van de algemene reserve en van de bestemmingsreserves.
Reactie hierop: De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen dat ingezet kan worden om
eenmalige tegenvallers op te vangen zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van taken.
In beginsel betreft dit de optelsom van het vrij aanwendbaar deel van de algemene reserves en de
stille reserves. Aanwending van deze reserve heeft dus geen consequenties in de meerjarenbe
groting. De algemene reserve, die aangewend kan worden om eenmalige tegenvallers op te van
gen zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van taken, bedraagt ongeveer 250.000.
Veel gemeenten hanteren 5% van de omzet als ondergrens. Voor de MAD betekent dit een mi
nimale weerstandsvermogen van 150.000 (berekend op 3 min omzet x 5%). Met andere
woorden: de algemene reserve kan op dit moment ruimschoots dienen als achtervang voor het
opvangen van risico's. De algemene reserve zou zelfs met 100.000 kunnen worden afge
roomd.
Voorgesteld wordt het algemeen bestuur van de MAD het volgende te laten weten:
Op korte termijn een nota Reserves tegemoet te zien van de MAD. Daarin aandacht te schenken
1de toereikendheid van de aanwezige bestemmingsreserves;
2. een beoordeling van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico's.
Begroting 2011 en meerjarenraming
Van de MAD is hierover geen aanvullende informatie meer ontvangen. In het raadsvoorstel van
25 mei is gesteld niet akkoord te gaan met een salarisstijging van 2,5%, een stijging van 1% is
gezien de marktontwikkeling realistischer. Voor het personeel van de MAD geldt het cao gemeen-
tepersoneel. Zeer recent is er een principe overeenkomst bereikt tussen VNG en vakbonden. Per
saldo resulteert dit in een plus van 2% voor 2011Met andere woorden: De voorgestelde salaris
stijging van 2,5% in 2011 bij de MAD is nog steeds ruimhartig, echter komt redelijk overeen met
het bereikte CAO-akkoord.
Pagina 2
1 ---i-p-:
3 05 raadsvoorstel besluitvormend ontwerpbegroting MAD 2011 27 mei 2010/odjw/2