Artikel 32 Jaarrekening
1. Het dagelijks bestuur biedt de rekening over het afgelopen jaar en het jaarverslag, daarbij
gevoegd de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 213, derde lid van de Gemeentewet, het
verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid van de Gemeentewet, en de verslagen,
bedoeld in artikel 213a, tweede lid van de Gemeentewet jaarlijks vóór 1 april ter vaststelling aan
het algemeen bestuur aan onder gelijktijdige toezending aan de colleges en de raden van de
gemeenten.
2. De colleges en de raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na toezending bij het
algemeen bestuur hun zienswijze over de jaarrekening naar voren brengen.
3. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening vast vóór 1 juli, volgende op het jaar waarop deze
betrekking heeft
4. Zij wordt binnen twee weken, doch in ieder geval vóór 15 juli, met alle bijbehorende stukken en het
jaarverslag aan Gedeputeerde Staten aangeboden.
5. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in
rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.
Artikel 33 Verrekening van de voorschotten
1. In de rekening wordt het werkelijke bedrag opgenomen dat elk van de deelnemende gemeenten
verschuldigd is.
2. Verrekening van het verschil tussen de reeds verrichte betalingen en het werkelijk verschuldigde
bedrag vindt plaats onmiddellijk na de kennisgeving aan de gemeenten van de vaststelling van de
rekening.
Gemeenschappelijke regeling publieke gezondheids- en veiligheidsregio Fryslân
11032010 versie 1.5
17/23