VERORDENING NAAMGEVING EN NUMMERING (ADRESSEN)
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van het college vannrinzake
gelet op artikel 6 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en
artikel 147 van de Gemeentewet (medebewindstaken), en
de artikelen 108, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet (autonome taken), en
artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet (delegatiebesluit);
overwegende dat gelet op de invoering van de basisregistratie Adressen en Gebouwen
(BAG) en gelet op het feit dat adressen een essentiële functie vervullen in het
maatschappelijk verkeer, het gewenst is te komen tot een besluit met betrekking tot het
benoemen van openbare ruimten en naamgeving, nummering en bekendmaking van
adressen;
besluit vast te stellen de volgende:
VERORDENING NAAMGEVING EN NUMMERING (ADRESSEN)
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
In deze verordening (en de daarop berustende bepalingen) wordt verstaan onder:
a. Adres: door het college aan een verblijfsobject, een standplaats of een ligplaats
toegekende benaming, bestaande uit een combinatie van de naam van een openbare
ruimte, een nummeraanduiding en de naam van een woonplaats.
b. Afgebakend terrein: een terrein met een kunstmatige of natuurlijke afbakening, waarop
zich geen verblijfsobjecten bevinden en dat betreedbaar en afsluitbaar is.
c. College: het college van burgemeester en wethouders.
d. Convenant: het tussen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Koninklijke TPG Post BV
gesloten Kader Convenant en Nader Convenant inzake postcodes.
e. Ligplaatsdoor het college als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet
aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, die is
bestemd voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve
doeleinden geschikt vaartuig.
f. Nummeraanduiding-, door het college als zodanig toegekende aanduiding van een
verblijfsobject, een standplaats, een ligplaats en een afgebakend terrein dat bestaat uit
een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- en/of
cijfercombinatie.
g. Openbare ruimtedoor het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene
buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.
h. Pand: kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief
zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar
en afsluitbaar is.
Rechthebbende: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een
persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar
1