De heer ir. S. Boonstra (hierna: gemachtigde) heeft namens heer P.H. van de Akker (hierna: be
zwaarmaker) uw gemeenteraad bij brief van 7 mei 2004 verzocht aan hem op grond van artikel
49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) een vergoeding toe te kennen voor
de schade die hij als gevolg van de bestemmingsplanwijziging heeft geleden. Bij dat verzoek is
een opgave gevoegd van de schadeloosstelling die is opgesteld door AVM Agri Vastgoed.
Bij brief van 21 december 2004 heeft het College van Burgemeester en wethouders van de ge
meente Boarnsterhim (hierna: burgemeester en wethouders) aan de heer G. Steendam van G.
Steendam Adviesbureau Vastgoedzaken te Buitenpost en de heer W. Maneschijn van de Stichting
Adviesbureau Onroerende Zaken (hierna: SAOZ) te Rotterdam gevraagd deel uit te maken van de
schadebeoordelingscommissie teneinde te adviseren over voornoemd verzoek.
Bij brief van 24 augustus 2005 heeft de directeur van de sector Provinciale Waterstaat van de
Provincie Fryslân aangegeven dat hij instemt met het conceptadvies van de SAOZ.
De schadebeoordelingscommissie heeft haar advies in oktober 2005 uitgebracht.
Bij uw besluit van 21 maart 2006, bekendgemaakt 31 maart 2006, heeft uw raad daarop beslo
ten aan bezwaarmaker geen schadevergoeding toe te kennen.
Bij faxbericht van 5 mei 2006 heeft gemachtigde namens bezwaarmaker bezwaar aangetekend
tegen voornoemd besluit. Bij brief van 9 juni 2006 heeft hij de gronden van het bezwaar aange
vuld.
Gemachtigde heeft vervolgens bij brief van 5 juli 2006 verzocht om uitstel van de hoorzitting van
17 juli 2006. Dit uitstel is hem bij brief van 11 juli 2006 door de voorzitter van de Commissie be
zwaarschriften (hierna: de Commissie) verleend.
Bij brief van 26 september 2006 is namens uw raad een nota van inlichtingen ingediend.
Op 2 oktober 2006 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden.
De Commissie heeft op 16 oktober 2006 advies uitgebracht aan uw raad. Zij heeft geadviseerd
(voor zover van belang) om het bezwaar gegrond te verklaren, de schadebeoordelingscommissie
te verzoeken een volledig en inhoudelijk advies uit te brengen en op basis van dat advies een in
houdelijk standpunt in te nemen over het verzoek. Uw raad wordt geadviseerd om het bestreden
besluit van 21 maart 2006 te herroepen en gelijktijdig een nieuw inhoudelijk besluit te nemen.
Ten slotte adviseert de Commissie een vergoeding wegens de kosten van juridische bijstand op
grond van artikel 7:15, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) toe te kennen
van 644,-.
Bij brief van 21 november 2007 is gemachtigde door burgemeester en wethouders op de hoogte
gebracht van de stand van zaken. Daarin is aangegeven dat het na het onherroepelijk worden van
het bestemmingsplan "Staande Mastroute" duidelijk is geworden dat wordt afgezien van de ver
dere ontwikkeling van het tracé aan de oostzijde van de Wergea en dat in plaats daarvan een
westelijk tracé in beeld is gekomen. Het planologische kader voor dit vervangende tracé is inmid
dels onherroepelijk. Het bestemmingsplan "Staande Mastroute, voormalig tracé Wergea Oost",
waarmee het terugbrengen van de bestemmingen van de gronden in het oostelijk tracé naar de
voordien van kracht zijnde bestemmingen ligt ter goedkeuring bij de provincie. De schadebeoor
delingscommissie heeft haar nadere overwegingen uitgesteld totdat voldoende duidelijkheid over
de realisering bestaat. Het verzoek om planschade kan daarom nog niet worden afgehandeld. Op
het moment dat het nieuwe bestemmingsplan "Staande Mastroute voormalig tracé Wergea
Pagina 2
Raadsvoorstel.dhr. v.d. Akker, juni 2010