Op 8 december 2009, bekendgemaakt bij brief van 18 december 2009, heeft de gemeenteraad besloten om overeenkomstig het advies van SAOZ geen schadevergoeding aan bezwaarmaker toe te kennen. Gemachtigde heeft namens bezwaarmaker bij brief van 25 januari 2010, ontvangen dezelfde datum, bezwaar aangetekend tegen voornoemd besluit. Verzocht wordt het bestreden besluit te vernietigen, onder meer vanwege het feit dat in hetzelfde planschadetraject reeds een bezwaarschriftprocedure loopt. Bij brief van 2 februari 2010 is gemachtigde bericht dat er inderdaad nog een bezwaarschrift in behandeling is. Het besluit van 8 december 2009 is een beschikking in eerste aanleg, waar een beschikking op bezwaar genomen had moeten worden. Het besluit van 8 december 2009 kan derhalve niet in stand blijven. Aangegeven is dat de behandeling van het bezwaarschrift d.d. 5 mei 2006 weer ter hand zal worden genomen. Gemachtigde wordt gevraagd aan te geven of naar aanleiding van het nadere advies van SAOZ behoefte bestaat om te worden gehoord. Bij brief van 11 februari 2010, ingekomen dezelfde datum, heeft gemachtigde aangegeven dat bezwaarmaker graag in onderhavige procedure nogmaals wenst te worden gehoord, mede naar aanleiding van het nieuwe advies van het SAOZ. Op 17 mei 2010 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden. Inhoud bezwaar Bezwaarde voert in zijn bezwaarschrift van 5 mei 2006, aangevuld bij brief van 9 juni 2006, aan dat naar zijn mening het op voorhand afwijzen van het bezwaar prematuur is en het aanhouden van het planschadeverzoek in de rede zou hebben gelegen. Bezwaarde baseert dit op de mededeling van de SAOZ (bedoeld zal zijn: schadebeoordelingscommissie) dat zij haar nadere overwegingen uitstelt totdat voldoende duidelijkheid bestaat over de realisatie van de Staande Mastroute. Bezwaarmaker acht de afwijzing voorts procedureel niet mogelijk en wijst er op dat een inhoudelijke beoordeling van het planschadeverzoek niet heeft plaats gehad. Bezwaarmaker meent bovendien dat de financiële gevolgen van de mogelijke wijziging van het tracé van de Staande Mastroute niet voor zijn rekening behoren te komen. Bezwaarmaker verzoekt het planschadeverzoek alsnog inhoudelijk te beoordelen en om de gemaakte proceskosten te vergoeden. In het bezwaarschrift van 25 januari 2010 geeft bezwaarmaker aan dat hij zich niet met het besluit van 8 december 2009 kan verenigingen, onder meer vanwege het feit dat in hetzelfde planschadetraject nog een bezwaarschriftprocedure loopt. Ontvankelijkheid Ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt de Commissie vast dat bezwaarmaker geldt als belanghebbende en dat beide bezwaarschriften binnen de daartoe gestelde termijn en daarmee tijdig zijn ingediend. Verder wordt in dit verband nog het volgende overwogen. Bezwaarmaker heeft bij brief van 5 mei 2006 bezwaar aangetekend tegen het besluit van de gemeenteraad van 21 maart 2006 tot afwijzing van het planschadeverzoek. Bij besluit van 8 december 2009 heeft de gemeenteraad dat nogmaals gedaan, tegen welk besluit bezwaarmaker op 25 januari 2010 ook bezwaar heeft aangetekend. Pagina 3 Advies Boonstra namens Van den Akker juni 2010

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2010 | | pagina 132