Conclusie:
Er zijn meer burgers geholpen.
Het aantal inwoners dat gebruik maakt van hulp bij het huishouden is
sinds de start van de Wmo (2007) gestegen van 453 personen naar 512.
Het aantal zorguren hulp bij huishouden- de grootste Wmo-kostenpost-
daalt.
In 2009 is ten opzichte van 2008 het aantal afgenomen uren gedaald
(van 59.886 zorguren naar 56.360 zorguren). Het aantal uren Hv1 is
zoals verwacht verder gestegen en het aantal Hv 2 daalt. Deze trend
heeft zich het afgelopen jaar verder doorgezet. Bij de start van de Wmo
was de verhouding tussen Hv1 en Hv 2: 45% - 55%. Een jaar later was
dit verschoven naar 68% - 32%. Vorig jaar was het 71 %- 29%.
Op 1 januari 2010 is de verhouding 78%- 22%. Deze verschuiving heeft
een positief effect op de budgetten, zonder dat de dienstverlening
verslechterd (zie resultaten klanttevredenheidsonderzoek 2008 en 2009).
Ook lopen deze aantallen in de pas met het uitgevoerde kostenprognose-
onderzoek WMO 2008- 2011 van onderzoeksbureau KWIZ uit oktober
2008:
Tabel Prognose ontwikkeling personen en uren hulp bij de huishouding (zorg in natura)
2008
2009
2010
2011
Personen
549
556
570
578
Uren
60.939
61.716
63.270
64.158
Werkelijk
59.886
56.330
De klant is zeer positief over de dienstverlening
De klanttevredenheid is gemeten via een onafhankelijk onderzoek. De
conclusie zijn bijzonder positief. Daarnaast is een goede graadmeter het
aantal ingediende bezwaarschriften. Dit aantal is zeer laag.
Het gemiddelde rapportcijfer voor de aanvraagprocedure van cliënten met een
(deels) toegekende aanvraag is een 7.7. Voor de referentiegroep is dit een 7.4.
Cliënten in onze gemeente van wie de aanvraag is afgewezen, geven gemiddeld
een 7.0 voor de aanvraagprocedure; in de referentiegroep is dit een 5.3.
Wat betreft de toegang tot ondersteuning zijn cliënten het meest tevreden over
behandeling bij aanvraag (97%). In de referentiegroep is 93% hierover (zeer)
tevreden. Over de wachttijd tussen aanvraag en het verkrijgen van hulp is 92%
hier (zeer) tevreden over. Binnen de referentiegroep is het percentage hiervoor
82%.
Cliënten uit onze gemeente geven gemiddeld een 7.9 voor de hulp bij het
huishouden. Dit is ongeveer even hoog als het gemiddelde in de referentiegroep
(7.8). 9% van de respondenten heeft een PGB voor hulp bij het huishouden. Dit
is een stuk lager dan het gemiddelde van alle deelnemende gemeenten samen
(21 Over de keuzemogelijkheden tussen aanbieders en de telefonische
bereikbaarheid is 96% tevreden. In de referentiegroep is dat 81%.
In onze gemeente geeft 99% van de respondenten aan dat de hulp aan de
verwachtingen voldoet en 99% dat de hulp in de behoefte voorziet.
5